Vereeniging van Gemeenle-Veldwachters REGLEMENT DER ee !Si 3. es, et- Goedgelantrd bij Koninklijk Besluit van 8 November 1900, No. 63). aoe Art. 1. De Vereeniging stelt zich ten doel: De belangen der Gemeente-Veldwachters in Zeeland te bevorderen. Het verkrijgen van traetement, pensionneering na volbrachten diensttijd of na ontslag wegens in - en door den dienst ontstane gebreken, pensioen voor hnnne weduwen en weezen, alles als bij de Rijks veldwachters. Art. 2. Door het indienen van verzoekschriften en het blootleggen van grieven en gebreken, die de betrekking van Gemeente-Veldwachter aankleven, aan de bevoegde autoriteiten, zal getracht worden het in art. 1 omschreven doel te bereiken. Art. 3. Alle Gemeente-Veldwachters in Zeeland kunnen lid zijn. Reglement der Vereeniging van Gemeente-Veldwachters in Zeeland. Pagina 1 van de in 1900 opgerichte Vereeniging van Gemeente-veldwachters, die zich onder meer inzette voor verbete ring van de materiële leefomstandigheden van de leden. wat van hem werd geëist. Op de eerste plaats moest hij waken tegen overtredingen op het platteland, zoals het stelen van graan en vee. Hiernaast moest hij controleren of de plaatselijke politieverordenin gen werden nageleefd. Deden de herbergiers wel op tijd hun café dicht? Gooiden de mensen geen afVal op straat? Maakten ze niet te veel lawaai? Eerbie digden zij de rust op zondagen en christelijke feest dagen? En gedroegen ze zich wel fatsoenlijk tijdens jaarmarkten en kermissen? Bovendien moest hij vreemdelingen in de gaten houden, bedelaars in de kraag vatten en lotelingen voor de militaire dienst naar de plaats van keuring brengen. Zijn instructies kreeg' hij van de burgemeester aan wie hij iedere dag verantwoording moest afleg gen. Van zijn dagelijkse ronden door het dorp moest hij aantekening houden in een speciaal daar toe bestemd zakboekje; van alle overtredingen moest hij proces-verbaal opmaken.5 Tegenover deze vele plichten stond slechts een schamel salaris. Twee- tot driehonderd gulden kreeg een Zeeuwse veldwachter in de periode tot circa 1880 jaarlijks uitgereikt en dat was niet veel meer dan wat een ongeschoolde landarbeider in de negentiende eeuw verdiende/' Functioneren De vele plichten en de geringe verdiensten maakten het beroep van gemeenteveldwachter zwaar, te zwaar voor velen. Het is dan ook niet verwonder lijk dat we geregeld op veldwachters stuiten die in de ogen van de dorpsautoriteiten niet voor hun taak waren berekend. De Zeeuwse veldwachter P.C. Bonkerk was zo iemand. Vijfjaar lang - van 1843 tot 1848 - was hij veldwachter in het Noord- Bevelandse Colijnsplaat, uitgerekend in een tijd dat het land geteisterd werd door bittere armoede en de dreiging van een hongeroproer in de lucht hing. Het gemeentebestuur van het Zeeuwse dorp was er snel achter dat men niets aan de man had. Door zijn 'weinig ontzagwekkend voorkomen' miste hij volgens de burgemeester het 'vereischte gezag bij de lagere volksklasse.' Bovendien was de man laf en de burgemeester sprak uit eigen ervaring. Toen hij namelijk in 1845 op straat was bedreigd door een aantal behoeftigen, die 'uitdeeling van brood eischten', was Bonkerk in geen velden of wegen te bekennen geweest en was de burgemeester niets anders overgebleven dan toe te geven aan de eisen van de oproerkraaiers. Bonkerk werd uiteindelijk ontslagen. Pensioen zat er voor hem niet in, omdat hij zich volgens de burgemeester 'van den beginne af door zijne luiheid, lafheid en onbekwaamheid heeft gekenmerkt.'7 Bonkerk was wellicht een extreem geval, maar be slist niet uitzonderlijk. Zeker in de eerste helft van de negentiende eeuw regende het klachten over veldwachters die te diep in het glaasje keken, de kantjes ervan afliepen of het zo druk hadden met allerlei nevenactiviteiten dat ze nauwelijks nog tijd hadden om hun werk als veldwachter uit te voeren." Klachten over openbare dronkenschap kwamen het meest voor. Zo gold de veldwachter van het Zeeuws-Vlaamse Waterlandkerkje als 'eene onver beterlijke dronkaard', die zich bij tijd en wijle zo 'liederlijk' gedroeg, dat de burgemeester hem meer dan eens achter slot en grendel moest zetten/ Zijn collega in het Zuid-Bevelandse 's-Heer Abtskerke was trouwens niet veel beter. Na ontelbare malen De veldwacht 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 4