Tussen isolement en ontsluiting Een bestuurlijke geschiedenis van Noord-Beveland, 1795-1995 tenissen waarmee de gemeentebesturen op een of andere manier te maken hadden, komen aan de orde. Wie de eerste hoofdstukken, waarin de vier in 1816 overgebleven gemeentebesturen worden be handeld, doorleest, krijgt de indruk dat er tot aan de Tweede Wereldoorlog op Noord-Beveland eigen lijk niets gebeurde. De gemeenteraden werden ge domineerd door steeds dezelfde boerenfamilies, en het belangrijkste onderwerp van discussie in de raad was blijkbaar - geregeld terugkerend - het al of niet verbieden van de jaarlijkse kermis. Het ei land was natuurlijk ook een geïsoleerd stukje Zee land, dat nauwelijks contact had met de andere eilanden. En dat niet alleen: de vier gemeenten hadden ook onderling weinig' contact. De dorpsge meenschappen waren in zichzelf gekeerd en koes terden een zeker wantrouwen tegen de buitenwe reld, ook al lag' die maar op enkele kilometers afstand. Dat zelfgekozen isolement kwam vooral naar voren bij de geregeld terugkerende discussies over gemeentelijke herindeling. Het patroon was steeds hetzelfde: de grotere gemeenten voelden er wel voor, de kleinere trachtten hun zelfstandigheid te behouden. De eerste fusie, het samenvoegen van Kortg'ene, Colijnsplaat en Kars, kwam tamelijk on verhoeds tot stand in 1941, tijdens de oorlog. Dat er op het eiland meer aan de hand was dan uit de raadsverslagen zou kunnen worden opge maakt, blijkt uit de uitvoerige hoofdstukken over de armenzorg en de sociale politiek van de gemeenten. De bestrijding van de armoede onder de bevolking, die grotendeels uit landarbeiders bestond, bleef vele decennia lang het grootste probleem op het eiland. Sociale zekerheid bestond er voor de arbeiders niet, en de verschillende armbesturen kampten met een chronisch tekort aan middelen. Bedelarij en land loperij waren aan de orde van de dag. Zoals van mede-auteur Albert Kort te vernachten was, be steedt het boek aan deze problemen veel aandacht. Het bevat uiteraard ook een hoofdstuk over de veldwachters, een specialiteit van Kort. Uitvoerig wordt ingegaan op de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de zuiverings periode daarna. Zoals in zo'n kleine gemeenschap te verwachten valt, speelden persoonlijke verhou dingen tussen de ambtsdragers een grote rol. Men kan zich niet onttrekken aan de indruk dat bij de zuiveringsprocedure persoonlijke vetes een belang rijke rol hebben gespeeld. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het eiland in een stroomversnelling. Door de stormramp van 1953, de uitvoering van het Deltaplan en de op komst van het toerisme veranderde de hele ge meenschap in snel tempo. De gebeurtenissen van 1 februari 1953 krijgen in het boek alle aandacht. Verbijsterend is het om te lezen hoe in de ramp nacht alle bestuurders van Noord-Beveland onver droten zaten te feesten na de opening van het nieuwe gemeentehuis van Kortgene, die de vorige dag had plaatsgevonden. Ondanks herhaalde waar schuwingen g'ing' het feest door tot het water door de straten liep en de feestgangers halsoverkop moesten vluchten. Alleen dijkgraaf Van Arenthals was tijdig naar Colijnsplaat vertrokken om "met een grote vloek" (zijn eigen woorden) de mensen aan het werk te zetten. Hier voltrok zich het be kende 'wonder van Colijnsplaat', waarbij de man nen van het dorp met hun lichaamsgewicht het af schuiven van de vloedplanken tegenhielden. Het boek van Barth en Kort is een bestuurlijke geschiedenis, waarbij de gemeentearchieven als 74 Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 36