Aanwinsten ruilverkeer G.G. Trimpe Burger-Mekking Op de omslag van Heemschut (februari 2007) staat de enthousiaste kreet: 'Britannia Vlissingen gered!' Volgens auteur W. Heijbroek is hotel Britannia met succes door Heemschut voor de nieuwe rijksmonu mentenlijst aangemeld. Daarmee is een voorlopige bescherming verkregen, tot de nieuwe staatssecre taris beslist over een definitieve aanwijzing als rijksmonument. De projectontwikkelaar en de Bond Heemschut bereikten een principeakkoord over de te restaureren onderdelen: de voorgevel en de uit 1960 daterende mozaïeken zullen in elk geval ge spaard blijven. Volgens Heijbroek kan Britannia weer een hotel met allure worden, zoals het dat in dertijd ook geweest is. Helaas schijnt de gemeente Vlissingen er anders over te denken. Volgens berichten in de PZC zal Britannia zeker afgebroken worden. In het jaarboek van het Koninklijk Fries Genoot schap voor Geschiedenis en Cultuur, De Vrije Fries (2006) veel aandacht voor kunsthistorische onder werpen. P. Schoen maakt in zijn bijdrage over de Bolswarder zilversmid Claes Fransen aannemelijk dat deze zich liet beïnvloeden door Amsterdamse kunstenaars: hij gebruikte voor een van zijn mees terstukken zelfs twee etsen van Rembrandt als voorbeeld. Door het artikel van D. Jansen, 'De ziel van de kunstenaar, óf de ziel der dingen' beseffen we dat kunstenaar Jan Mankes (1889-1920) thans zeer po pulair is; er zullen dit jaar verschillende tentoon stellingen aan hem worden gewijd. Jansen plaatst Mankes in de context van de zogenoemde 'kleine geloven' van christen-anarchisten en -socialisten en hij houdt zich vooral op met de mystieke kunst opvatting van Mankes. Aanleg en omstandigheden vormden de bronnen voor Mankes' werk, zoals het 'rode' Zuidoost-Friesland, het humanitaire gedach tegoed en het door sommige socialistische predi kanten uitgedragen panentheïsme, dat aiimte liet voor mysterie en mystiek. Verder archeologische bijdragen als 'Angelsak sisch aardewerk in Noord-Nederland' (auteur T. Krol) en 'Een koninklijk machtscentrum in vroeg middeleeuws Friesland?' door J. Nicolay. Het laat ste artikel gaat over de interpretatie van goudvond sten afkomstig uit de late zesde en vroege zevende eeuw. Op grond van een inventarisatie van die goudvondsten stelt Nicolay een hiërarchie voor van gouden voorwerpen, die hij in verband brengt met een ruimtelijke indeling van invloedssferen. Het artikel sluit aan op de discussies over een zesde- en zevende-eeuws Fries koninkrijk. J.A. Mol laat in zijn stuk 'Galgen in laatmiddel eeuws Friesland' zien dat de galgen waarschijnlijk vooral dienden ter voorkoming van crimineel ge drag en ter illustratie van de zelfstandigheid van steden op rechterlijk terrein. Vrijwel elke stad en grietenij (plattelandsdistrict) beschikte over een galg, die zeer duidelijk vanuit alle richtingen zicht baar was. Van Friesland naar Limburg, waar R. Geven in De Maasgouw (2006,4) het artikel schrijft: 'Hoe Amstel en Heineken Limburg veranderden: concentratie in het brouwersambt tussen 1900 en 1940'. Geven vertelt hoe het aantal bierbrouwerijen in Ne derlands Limburg in de periode 1900-1939 afnam van 132 naar 24. Diverse factoren bewerkstelligden het verschuiven van een verspreide en kleinscha lige brouwnijverheid naar een intensieve brouw- industrie. De noordelijke brouwerijen in de regio's van Amsterdam en Rotterdam hebben een stevige invloed gehad op de markt in Limburg. Hun ingrij pen ging gepaard met een harde concurrentiestrijd, waar grote sommen geld mee gemoeid waren. F. Roebroeks beschrijft de anti-Amerikaanse sentimenten in Maastricht enkele maanden na de bevrijding op 14 september 1944. De bevrijders waren door een feestende mensenmassa ingehaald en veel Limburgse meisjes vielen voor de charmes van de soldaten, die over een schijnbaar onuitput telijke hoeveelheid chocolade, sigaretten en nylon kousen leken te beschikken. De Maastrichtse man nen namen dat niet en gingen als 'Strijdbare Geesten' in de verdediging. De Nordrhein-Westfalische Akadentie der Wissen schaften zond verschillende publicaties, zoals Ökumene im 21. Jahrhundert (M. Honecke), An- 70 Aanwinsten ruilverkeer

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 32