buskruit in de loop aan en altijd bestond het ge vaar dat het projectiel vast zou komen te zitten. Aan boord kon men de kanonnen niet richten. Ook duurde het enige tijd voordat een kanon herladen was. Pas wanneer schepen elkaar tot op zo'n twee honderd meter waren genaderd, was er een rede lijke kans op succes. De eigen bemanning' pro beerde men door het aanbrengen van schans- en ntarskleden - met oude netten gepantserd zeildoek langs de verschansingen en op de platforms in de masten - tegen vijandelijk vuur te beschermen. Al met al was de kans op het toebrengen van aanzien lijke schade niet erg groot. Bij een schermutseling was de gebruikelijke tactiek dan ook de vijand eerst met kanonsalvo's te bestoken om vervolgens zijn schepen te enteren. Een bloedig man-tegen-mange- vecht op de dekken en zelfs in het want van de aaneengeklampte schepen volgde. Door vuurpotten en ander brandend materiaal naar elkaar te werpen probeerde men tijdens zo'n gevecht verwarring bij de tegenstander te stichten" (bladzijde 34). Wie dit gelezen heeft, ziet en begrijpt al veel meer op de tapijten. Na de historische omstandigheden worden aan de hand van het beschikbare bronnenmateriaal de opdracht tot en de vervaardiging van de tapijten uiteengezet. Ook dit verhaal is interessant en voor treffelijk geschreven. In een aparte paragraaf (die overigens niet thuishoort in het hoofdstuk 'Op dracht en vervaardiging') wordt de visuele verslag legging van de gebeurtenissen op de tapijten be handeld. Tot slot van de inleiding worden de bredere historische context van de betekenis en functie van wandtapijten in het algemeen, alsook het gebruik, het onderhoud, de appreciatie en de contemporaine geschiedenis van de Zeeuwse tapij ten in de negentiende en twintigste eeuw geschetst (hoofdstuk 'Meer dan vierhonderd jaar een sym bool'). De inleiding wordt in het tweede deel van het boek gevolgd door een gedetailleerde behandeling van de tapijtdetails. Dit deel van het boek - voor sommigen misschien het leukste - kan rustig gele zen worden zonder dat men eerst de historische in leiding heeft doorgenomen, al komen de tapijten Jan de Maecht, wandtapijt, slag bij Rammekens, juni 1572 (wol, zijde] 1595-1598 (detail). Foto Zeeuws Museum. treffelijk Nederlands gesteld. Alles lijkt te zijn on derzocht en alles komt aan bod. Als voorbeeld van de wetenswaardigheden die de auteur heeft weten te achterhalen en die haar verhaal kleur geven, zij een passage over de wa penuitrusting van de schepen en de krijgshandeling te water in die dagen geciteerd: "Het geschut op al deze schepen was evenmin gestandaardiseerd. Alles wat de Zeeuwen in handen konden krijgen, werd gebatikt. Bronzen kanonnen, die regelmatig op de Spanjaarden werden buitgemaakt, waren veel tref zekerder dan het gietijzeren geschut, de zoge naamde 'slangen', en hadden het voordeel dat ze niet roestten. De gegoten ijzeren kanonnen waren echter veel goedkoper. Elk kanon had zijn eigen munitie - kogels van steen, lood of ijzer - die zel den of nooit precies paste. Bij het afvuren koekte Boekbesprekingen 119

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 45