■rai AIIi. 5. Het oude Slot Krabbetje, door Korneiis van Alkemade. Z.B., handschrift 6543, f. 46 verso. kerk van Nieuwlande beeldde hij af met een toren, een eenbeukig schip met een ondiepe zijkapel aan de zuidzijde, en een veelzijdig gesloten koor (Zelandia Illustrata nr. II 1617) (afbeelding 6). Dit blijkt te kloppen met een opmeting door G.H. Bolier uit 1926. Het is bekend dat de fundamenten van de kerk in 1695 werden opgemeten door Isaac Hildernisse. Wellicht heeft de tekenaar deze opme ting gekend. De meest hilarische tekening uit deze serie is die van de 'Badtsetoorn' (Zelandia Illustrata nr. II 1630) (afbeelding 7). Deze ruïne heeft merkwaardi gerwijze, net als een traditionele kaperkapitein, een houten poot, en blijft daar ook nog" vrolijk op over eind. Een bootje vaart net achterlangs, zodat dui delijk te zien is dat het hele gevaarte aan één kant uitsluitend op die ene paal rust. Hoe verzint een tekenaar zoiets? Het raadsel wordt verklaard door een andere tekening van de Bathse toren (Zelandia Illustrata nr. II 1631) (afbeelding 8), waarvan de eerstge noemde tekening duidelijk een kopie is. Daarop staat de toren wél met de beide benen op de grond; hij wordt beschermd door een (slecht onderhouden) staketsel van houten palen. De kopiist heeft de situatie niet begrepen en het staketsel vervangen door één houten paal. De oorspronkelijke tekening van de Bathse toren is van de hand van Jacobus Stellingwerf (werkzaam 1682-1736) en geeft de werkelijke Afb. 6. Nieulande. Z.l. II 1617. fienootschaDsverzamelinqen 135

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 17