"Goed rond, goed Zeeuws" Polemiek tussen de uit Middelburg afkomstige predikanten Frederik van Leenhof (1647-1712) en Johannes d'Outrein (1662-1722) H. de Jong In mijn jeugd werd in de week voor Koninginnedag op de lagere school te Zoutelande ijverig geoefend op vaderlandse liederen. In de eerste plaats op het Wilhelmus, maar ook 'In een blauw geruite kiel' en het Zeeuws volkslied van D.A. Poldermans behoor den tot ons repertoire. Van het laatste lied zijn mij vooral de slotregels "Zo blijven wij met hart en mond, met lijf en ziel: goed Zeeuws, goed rond!" bijgebleven. Welke voorstelling ik me hiervan moest maken, wist ik als schooljongen niet. Maar 'Zeeuws' en 'rond' zijn voor mij altijd met elkaar verbonden gebleven. Interessant vond ik het daarom, bij de bestudering van een theologische polemiek uit het begin van de achttiende eeuw, dit gezegde gebezigd te zien, maar dan in haar oor spronkelijke vorm: 'Goed rond, goed Zeeuws'.1 De eerwaarde heren, beiden afkomstig uit Middelburg, betichtten elkaar er echter van niet 'goed rond, goed Zeeuws', te zijn! In deze bijdrage willen we bezien waarom ze elkaar dit verwijt maakten. Dan zal ook duidelijk worden welke betekenis ze aan dit gezegde gaven. Eerst iets over de beide kemphanen. Frederik van Leenhof (1647-1 712)2 Frederik van Leenhof werd in 1647 te Middelburg geboren. Zijn ouders, Wouter van Leenhof en Magdalena van den Berge, behoorden tot de gegoede burgerij. Frederik studeerde in Utrecht en in Leiden. In 1668 legde hij voor de classis Walcheren het préparatoir examen af en werd in 1670 predikant van de koopmanskolonie Abbe ville in Frankrijk. Hij zag zich echter al na een jaar genoodzaakt het werk daar neer te leggen, onder meer vanwege de tegenwerking die hij van de rooms-katholieke geestelijkheid ondervond. Van Leenhof werd vervolgens predikant te Nieuwvliet. Deze benoeming verliep niet zonder problemen. Hij bleef er tot 1679, maar was niet altijd ter plaatse aanwezig omdat hij tegelijk functioneerde als pastor van de bijzondere gezant aan de Nederlandse ambassade aan het hof van Lodewijk XIV. Daarna was hij enige tijd hofpredi ker van Albertine Agnes, de weduwe van de Pieter van Gunst (1659-1724), naar een schilderij van R. Koets, portret van Fredericus van Leenhof (1647-1712), ets en gra vure. Zeeuws Archief, Zelandia Illustrata 1V-05867. Friese stadhouder Willem Frederik. In 1680 ging hij naar Velsen, en vandaar in 1681 naar Zwolle. Daar bleef hij tot zijn dood in 1712. Van Leenhof gaf diverse theologische werken uit, waaruit blijkt dat hij een geleerd man was. Als verdediger van de theologie van Johannes Coccejus bevond hij zich aanvankelijk in een gereformeerd spoor. Later kwam er een omslag in zijn denken doordat hij steeds meer onder invloed was gekomen van de werken van Spinoza. Dit kwam aan het licht toen hij in 1703 een geschrift publiceerde dat de afkeuring opriep van de hele gereformeerde wereld van zijn dagen. Onder de velen die verontwaardigd reageerden, was de pre dikant Johannes d'Outrein. Johannes d'Outrein (1662-1722)3 Johannes d'Outrein werd in 1662 te Middelburg geboren uit Cornelius Hendrix d'Outrein en 14 Goed rond, goed Zeeuws"

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2010 | | pagina 16