dat is bij boeken volslagen onmogelijk, maar hij moet wel in staat zijn om de aard en het belang te bepalen van elk boek dat hij in handen krijgt. Wout kon dat, zoals zijn artikel in dit tijdschrift over de zeldzame Indianenbijbel laat zien (13e jrg., 2004). Een conservator Boeken moet ook een overzicht van de Genootschapscollectie hebben. Hij hoeft niet al die duizenden boeken stuk voor stuk te kennen, maar moet wel kunnen nagaan of een bepaalde publicatie of materiaal over een bepaald onderwerp aanwezig is en het beschik bare materiaal aan een onderzoeker kunnen leve ren. Hij krijgt vragen te beantwoorden die niet met de catalogus kunnen worden opgelost, bij voorbeeld bij een onderzoek dat dwars door sec toren van de boekenwereld heenloopt. De conser vatoren Zelandia Illustrata vragen hem of hij materiaal over het thema van de komende agenda heeft, bijvoorbeeld 'Wonen in Zeeland'. Voor de website van het Genootschap leverde Wout inte ressant materiaal over Naerebout. Kennis van de eigen collectie is ook van belang voor tentoon stellingen. Wout zelf had veel interesse voor de ontwikkeling van reproductietechnieken, een onderwerp waar een groeiende belangstelling voor bestaat, en waar het Genootschap bijzonder illustratiemateriaal van heeft. Bij het nagaan van de boekencollectie van het Genootschap was Wout de laatste tijd met de moeilijke gevallen bezig. In de Zeeuwse Biblio theek bevindt zich een groot aantal niet in de catalogus opgenomen oude werken, waarvan bij de ramp van 1940 de banden en vaak bladen aan begin en eind verloren zijn gegaan. Wout onder zocht welke van die boeken aan het Genootschap behoren en stuitte daarbij op een zwaarbescha- digd werk van het Genootschap met voor Zeeland belangrijke illustraties. Van dit zeldzame boek uit 1596 bleek in geen van de andere belangrijke Nederlandse bibliotheken een exemplaar aanwe zig te zijn. Als regel was Wout elke maandag in de bihliotheek op zijn vaste plek midden in de boe- kenzee van het magazijn te vinden, maar hij werkte als conservator niet op een eiland. Hij maakte deel uit van de groep conservatoren van het Genootschap die een vraagbaak voor elkaar zijn. Op de halfjaarlijkse vergaderingen van de conservatoren was Wout een actieve discussiege- noot, wat hij ook was op de halfjaarlijkse verga deringen van de bij de Zeeuwse Bibliotheek betrokken conservatoren van het Genootschap met conservatoren van de bibliotheek. Wout was een bekwame en toegewijde conservator. Hij hield de belangen van het Genootschap in het oog, zoals uit zijn jaarverslagen in het jaarboek Archief wan het Genootschap blijkt. Wout was in zijn werk meer dan docent of conservator. Hij had echte belangstelling voor de mensen die hij op zijn weg tegenkwam, en ging op een prettige manier met hen om. Gesprekken met hem waren nooit saai. Wie iets met hem besprak, kon vragen verwachten, want hij wilde zekerheid hebben over wat er op tafel kwam. Op een opgewekte toon probeerde hij altijd tot de kern van de zaak door te dringen. De apostel Paulus schreef aan de Filippenzen: "Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen." Wout Punt zal in onze herinnering voor alles een vriendelijk en meelevend mens blijven. 30 In memoriam

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2010 | | pagina 32