biografie van Pieter Breughel. De befaamde Dulle
Griet op het schilderij van deze Pieter Breughel
inspireerde de schrijfster, en ze liet Dulle Griet
een belangrijke rol spelen in haar boek Deux uit
1975. Rolin onderneemt aan de hand van Dulle
Griet een rooftocht door de hel van haar eigen
geheugen, en daarbij ontleedt zij alle dooddoe
ners en ingeburgerde gezegden van haar taal
meedogenloos.
S. Theissen deed onderzoek naar de verschui
ving van de uitgang '-isch' naar '-iek' en omge
keerd in veel bijvoeglijke naamwoorden: fysisch
- fysiek, komisch - komiek, logistisch - logistiek.
Hij betrekt daarbij gegevens van verschillende
woordenboeken en van Google, en kwam tot de
conclusie dat de evolutie van het suffix -iek naar
-isch overheerst. Er is echter geen algemene ver
schuiving, in een aantal gevallen heeft -iek zich
niet alleen gehandhaafd, maar heeft het zelfs
-isch verdrongen. Er zijn weinig verschillen
geconstateerd tussen Noord en Zuid. Naar aanlei
ding van zijn onderzoek doet de auteur voorstel
len voor een volgende druk van de Grote Van
Dale, om totaal verouderde en ongebruikelijke
-iek-vormen en ook enkele -isch-vormen niet
meer te vermelden.
'Ei! Jongens van Vlaanderen! - Retorische
analyse van de nationaal-politieke teksten van
Albrecht Rodenbach in Het Pennoen (1878-1879)',
is van de hand van A. Ceulemans. De verdiensten
van Rodenbach liggen in het opzwepende karak
ter van zijn teksten. Hij was een strijdbaar agita
tor, kunstbeoefening en strijdbare actie waren bij
hem een geheel.
De Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige
Kring van het Land van Waas (2009) biedt weer
een groot assortiment aan artikelen over het
Land van Waas: 'Armoede en armenzorg in het
Land van Waas in de 18e eeuw', 'Wisselwerking
tussen broederschappen en schepenambten in
Sint-Niklaas, Vrasene en Sint-Gillis (1740-1795)',
'Het Waasland in het leven en het werk van Filip
De Pillecyn (1891-1962)', 'Muntgewichten in het
Stedelijk Museum van Lokeren', enz.
Veel ruimte is gereserveerd voor een artikel
van Y. De Maesschalck: 'Over het literaire oeuvre
van Pol Hoste en de bruikbaarheid ervan als his
torische bron. Een verkenning'. Ondanks terug
houdendheid van historici en literatuurweten
schappers is de informatieve waarde van
bepaalde literaire teksten hoog genoeg om ze als
historisch document te laten functioneren. Als
voorbeeld geeft de auteur onder andere fictieve
teksten over de Holocaust, een thema dat ook bij
schrijvers van de tweede en derde generatie pro
minent aanwezig is. De joodse historicus en
auteur van een indrukwekkende geschiedenis van
het Nederlandse jodendom tijdens de Tweede
Wereldoorlog, Jacob Presser, is ook de schrijver
van de novelle De nacht der Girondijnen (1957),
waarin hij de nachtmerrie beschrijft van zijn ver
blijf in doorgangskamp Westerbork. De Maes
schalck gaat verder in op de vraag in welke mate
de geschriften van de bekende auteur Pol Hoste
bijdragen aan de historische beeldvorming van
het naoorlogse Land van Waas, en daarbij aan
België en Europa. Pol Hoste is zelden te betrappen
op inconsequenties en daarom laten zijn geschrif
ten zich goed gebruiken als historische bron.
Ondanks onophoudelijk verwijzen naar onrecht
in de wereld en oneerlijkheid in historische feiten
is de grote kunst van Hoste toch lichtvoetig en
sprankelend proza te schrijven.
Aanwinsten
35