systematische overzichten gericht op heraldiek en
genealogie waarin familieconnecties en het juiste
gebruik van familiewapens de hoofdtoon voeren.
In ons land is de Utrechtenaar Aernout van
Buchel (1565-1641) daar een goed voorbeeld van.
Het bestuderen en opzoeken van deze familielij-
nen was tot in de twintigste eeuw een liefhebberij
van geschoolde heren die het Latijn konden ont
cijferen. Van der Lely past geheel in deze traditie
van mensen die dit soort monumenten waar
deerde als historische objecten, maar die ook
bewijzen voor familieconnecties zochten. Zoals
de lange inscriptie op het Thibautmonument laat
zien, werd de tekst in die tijd steeds belangrijker.
Het retrospectieve aspect van dit soort teksten
toont het belang aan dat gehecht werd aan de
deugden, prestaties en macht van de overledene;
ze zijn ook een uiting van trots en propaganda
door en voor de familie. Tegenwoordig worden
grafmonumenten in kerken vooral beschreven
vanuit kunsthistorisch oogpunt.
Behoud en restauraties
In de afgelopen drie eeuwen hebben er enkele
ingrepen plaatsgevonden om het monument voor
vandalisme, oorlogsgeweld, natuurrampen en
verval te behoeden. De huidige staat van het
beeldhouwwerk is hierdoor, afgezien van enkele
barsten en verkleuringen, heel behoorlijk te noe
men. Tijdens de Franse Revolutie is het epitaaf
achter een houten schutting verborgen opdat de
familiewapens niet beschadigd zouden worden. In
de negentiende eeuw was het epitaaf omgeven
door een achterschildering in de vorm van een
schild. Deze schildering is vóór 1956 overgewit.
In 1883 is het monument gerestaureerd dank
zij het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen.20
In de Tweede Wereldoorlog is het epitaaf op
last van Monumentenzorg verpakt en verborgen
in de omgeving. Door de inundatie van Walche
ren in 1944 heeft het enige waterschade opgelo
pen, te zien aan de bruine verkleuring van het
witte marmer.21
In 1956 werd het schip van de kerk in Aagte-
kerke ontpleisterd. Om het epitaaf voorThibaut
beter te doen uitkomen werd een deur links van
de preekstoel vervangen door een andere aan de
rechterzijde.22
Noten
1. Gebaseerd op de beschrijving gemaakt door de Stichting
Kerkelijke Kunst Nederland in 1993.
2. H.M. Kesteloo, AagtekerkeMiddelburg 1893), 27.
3. Ook op het grafmonument voor Carel Hieronymus van
In- en Kniphuisen en Anna van Ewsum in de kerk van
Midwolde en het monument voor Willem van Liere en
Maria van Reygersbergh in Katwijk-Binnen gebruikt
Verhulst de Romeinse datumaanduiding.
4. M. van Notten, Rombout Verhulst: beeldhouwer 1624-
1698: een overzicht zijner werken ('s-Gravenhage 1907),
41.
5. Onder andere vermeld bij G. Leonhardt, Het huis Barto-
lotti en zijn bewoners (Amsterdam 1979), 85.
6. M. Knoester, De dorpskerk in Aagtekerke (Aagtekerke
2005), ongepagineerd.
7. D. Vandijcke, 'Onbekend NL', in: Nederlands Dagblad(6
mei 2006), 3.
8. H.M. Kesteloo, Stadsrekeningen, Archief VIII-4, 72.
9. J. Buisman, Duizend jaar weer en wind in de Lage Landen.
Deel 4, 1575-1675 (Franeker 2006), 610-618.
10. L. Noordegraaf, G. Valk, De pest in Holland vanaf de late
Middeleeuwen (Bergen 1988), 69.
11. R. Fruin en N. Japikse, Brieven aanjohan de Witt II,
1660-1672. 2 din. Deel 2. 2-11-1665 (Amsterdam 1919-
1922), 203.
12. C. Coppée, 'Het grafmonument voor Evert van Heeckeren
en Maria Torek in de Sint Walburgiskerk te Zutphen',
in: Zutphen. Tijdschrift voor de historie van Zutphen en
omgeving, jrg. 26, nr. 4 (2007), 87-94.
13. De beide versies van het portret worden beschreven bij
de Rijksdienst voor Kunsthistorische Documentatie, IB-
nummer 119354.
14. Een van de portretten stond in 2007 bij Sotheby's te
koop voor 50-70.000 euro. Beide portretten zijn in 2005
door R.E.0. Ekkart beoordeeld als zijnde authentiek.
15. Het portret bevindt zich in het Zeeuws Museum in Mid
delburg.
16. F. Scholten, "'Mea Sorte Contentus": Rombout Verhulst's
Portrait of Jacob van Reygersbergh', in: TheJ. Paul Getty
Museum Journal, 19 (1991), 65-74.
17. P.C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en heraldi
sche gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provin
cie Zeeland (Utrecht 1919), 143.
18. K. Zandvliet, De 250 rijksten van de Gouden Eeuw
(Amsterdam 2006), 175.
19. KB 130 B 18, deel 3, folio 57.
20. Notten, Rombout Verhulst, 41.
21. Beschrijving Stichting Kerkelijk Kunstbezit Nederland.
22. Bulletin KNOB, zesde serie, jrg. 10(1957), 115.
130
Grafmonument