te sluiten dat voor een deel zogenaamd kaartvuur
is uitgebracht, aan de hand van de stafkaart; we
kunnen ervan uitgaan dat de Duitsers over goede
kaarten beschikten.
De Franse troepen op Walcheren bevonden
zich oostelijk van het Kanaal door Walcheren. Zij
stonden onder bevel van generaal Deslaurens, die
kort tevoren divisiecommandant generaal Durand
had vervangen, en zijn hoofdkwartier in Nieuw
en Sint-Joosland had. Sinds 13 of 14 mei bevon
den zich geen Franse troepen meer in de stad.10
Durand had met zijn staf nog tot kort voor 17 mei
in het slot Ter Hooge verbleven, buiten de stad
dus.
In de ochtend van 17 mei trachtten de Duit
sers een doorbraak bij de Sloedam te forceren. Die
mislukte aanvankelijk; met zware verliezen wer
den ze teruggeslagen. Pas tegen het begin van de
avond slaagden ze erin de Franse weerstand te
breken, onder meer door de inzet van de
gevreesde duikbommenwerpers. (Van Neder
landse militaire weerstand was daar toen al lan
ger geen sprake meer.) Dit ontaardde in een wilde
vlucht van de Fransen in de richting van de Vlis-
singse haven, die later in de avond door de Duit
sers werd bereikt.
In de stad waren ook geen Nederlandse mili
taire eenheden, afgezien van een aantal militai
ren in het Commando Zeeland, dat was gevestigd
in de Koepoortstraat, en in de kazerne in de Korte
Noordstraat. Het Commando Zeeland bestond uit
de schout-bij-nacht Van der Stad en zijn staf. Van
der Stad zelf was overigens kort voor het bombar
dement met het merendeel van de officieren naar
Zeeuws-Vlaanderen vertrokken. De status van
het zogenoemde Oost-Indisch Huis aan de Rotter-
damsche Kaai is ons te onduidelijk om het zonder
meer als militair doel aan te merken. In de stad
was geen artillerie opgesteld. Vuurleiding vanuit
de Lange Jan was niet mogelijk omdat de vuurlei-
ders - zoals de Duitsers geweten moeten hebben -
niet konden zien waar de granaten bij de Sloedam
neerkwamen: vuurleiders zitten vooraan. Het
zogenoemde droogdok op de Dam was voor de
strijd volkomen irrelevant en kon niet als militair
doel worden beschouwd. Onze conclusie is dat
alleen het Commando Zeeland en de kazerne in
de stad als militair doel waren aan te merken. Op
de betekenis van dit essentiële begrip komen wij
later terug.
In verschillende dorpen op het eiland bevon
den zich de restanten van de zogenoemde Peel-
divisie, die door Noord-Brabant heen tot op Wal
cheren een goed heenkomen hadden gezocht. Zij
waren volkomen gedemoraliseerd en hadden geen
gevechtswaarde.
Het eerste Duitse vliegtuig, een JU 88 duikbommenwerper, is in mei 1940 dermate beschoten door onder andere de marinehaven-
wacht, dat het een noodlanding moet maken op het vliegveld Vlissingen. Gemeentearchief Vlissingen.
14
Nogmaals, het bombardement