$Atreit*Ja f/tf jr.Pim.
niets gelegen liet liggen aan afkomst en stand
van de betrokkenen. Het Psalmoproer op Walche
ren in 1778 is er een extreem voorbeeld van. Toen
maakten orthodox-gereformeerde plattelandsbe
woners bezwaar tegen het feit dat de burgemees
ters en schepenen van Westkapelle geen verant-
zich meester van ambachtsbezit dat voorheen
altijd tot de stedelijke elite had behoord. Met dit
verschil, dat de Schouwse boeren werden gedre
ven door het verlangen hun maatschappelijke sta
tus te vergroten en de Walcherse boeren door
politieke ideologie en geloofsovertuiging.
Na het overlijden van de kinderloze jhr. Willem Versluys (1798-1875), achterkleinzoon van de stichter, is Sint Jan ten Heere voor
afbraak verkocht. Op de plaats van het vroegere tuinmanshuis werd een boerderij gebouwd die de naam van de buitenplaats kreeg.
Tekening: Kees de Plaa, 2004, Zeeuws Archief, Zelandia Illustrata, Plaa-2526.
woording wilden afleggen over ingrijpende
strafmaatregelen die zij namen omdat kerkgan
gers hadden geweigerd de psalmen op een nieuwe
wijze te zingen. Deze nieuwe zangwijze was kort
daarvoor door de Staten van Zeeland verplicht
gesteld. De fluwelen revolutie die twee orthodox-
gereformeerde boeren uit Grijpskerke in 1792
doorvoerden, was er eenzelfde illustratie van.
Pieter Dekker (1742-1802) en Willem Wisse (1737-
1804) kochten in 1792 de ambachtsheerlijkheid
Grijpskerke van de Middelburgse regent Galenus
Dignus Steengracht (1763-1839) uit onvrede over
diens aanspraken om de ontvanger van de kerk
en armengoederen te mogen benoemen. Net als
Bartel Lokker en Bartel Hoogenboom op Schou-
wen-Duiveland maakten de Walcherse boeren
Het politieke denken van de orthodox-gere
formeerden greep terug op de calvinistisch-oran-
gistische politieke theorie uit de zeventiende
eeuw. De overtuiging dat God met het verval van
de Republiek zijn ongenoegen liet blijken over het
Nederlandse volk, leidde in de tweede helft van
de achttiende eeuw tot groeiende verontrusting
onder orthodox-gereformeerde plattelandsbewo
ners. Zij weigerden de overheid kritiekloos te vol
gen, maar legden het handelen van de bestuur
ders langs hun eigen morele meetlat. Overigens
beperkte dit objectiverende denken over het func
tioneren van gezagsdragers zich niet uitsluitend
tot orthodox-gereformeerden. Onder een veel gro
ter deel van de plattelandsbevolking was een
politiek zelfbewustzijn ontstaan. De beoordeling
Desurbanisatie in Zeeland
33