Een Spaans en een Staats fort in Terneuzen.
Problemen rond de lokalisering van het 'Spaanse kasteel' en het
historisch belang van de vesting Terneuzen
P.W. Stuij
In het begin van de Tachtigjarige Oorlog werden er
een Spaans en een Staats fort gebouwd in Neusen
(Terneuzen). Rond het Spaanse kasteel rijzen aller
lei vragen: hoe moet men zich dit voorstellen, hoe
groot was het en waar lag het? Wanneer en
waarom is het spoorloos verdwenen? Van het
Staatse fort zijn nog restanten aanwezig. Wat was
het belang hiervan?
Om deze vragen te beantwoorden en de ver
banden te verduidelijken zal eerst in het kort de
oorlogssituatie in Vlaanderen tijdens de laatste
drie decennia van de zestiende eeuw worden
geschetst en dan toegespitst op beide fortificaties.
Welke reden hadden de Spanjaarden om een ver
sterking te bouwen in Neusen en welke reden was
er voor de Staatsen daar eerst een schans te bou
wen en vervolgens het plaatsje zelf te fortificeren?
Tot slot zullen in het kort de bestuurlijke ont
wikkelingen na deze gebeurtenissen worden
geschetst, gevolgd door de aanduiding van wat uit
deze periode nog zichtbaar is in het hedendaagse
Terneuzen.
De historische achtergrond
Toen Vlissingen in april 1572 aan Staatse zijde
was gekomen, beschikten de watergeuzen over
een basis van waaruit zij de Westerschelde kon
den beheersen. Dat maakte het ook mogelijk
invallen te doen tot diep in het Spaanse gebied
van Vlaanderen en daar grote verwoestingen aan
te richten.' Om het land tegen deze invallen te
beschermen maakten de Spanjaarden plannen een
fort te bouwen bij Neusen. Reeds in 1572 werden
deze plannen uitgewerkt, maar na onderzoek ter
plaatse werd geconstateerd dat er meerdere argu
menten waren om het fort daar niet te bouwen.
Zo was de bodemstructuur dermate instabiel dat
de bouw van een fort veel zou kosten.2 Bovendien
was er in dit dorpje geen enkele accommodatie
voor de soldaten. Daarom duurde het nog tot 1575
alvorens men, ondanks de aanvankelijke bezwa
ren, bij Neusen zo'n versterking ging bouwen.3
Nadat Alva was vertrokken en zijn opvolger
Requesens reeds op 4 maart 1576 overleed, kwam
het tot muiterij onder de Spaanse soldaten, omdat
ze een tijdlang geen soldij meer hadden ontvan
gen. Na Aalst werd ook Antwerpen (4 en 7
november) slachtoffer van deze 'Spaanse furie'.
Vanaf 19 oktober 1576 onderhandelden afge
vaardigden van de Staten-Generaal over vrede en
reeds op 8 november werd de Pacificatie van Gent
ondertekend. De nieuwe Spaanse landvoogd Don
Juan bekrachtigde, met tegenzin, deze overeen
komst op 12 februari 1577 in het Eeuwig Edict.
Don Juan overleed op 1 oktober 1578 en hij werd
opgevolgd door Alexander Farnese, hertog van
Parma. Die zag kans de zuidelijke gewesten Hene
gouwen, Artois, Namen en Luxemburg te verzoe
nen met Filips II (Unie van Atrecht, 6 januari
1579).
Vervolgens begon Farnese een militaire cam
pagne. Na enkele aanvallen elders begon hij,
omdat zijn troepenmacht beperkt was, met het
bezetten van het platteland van Vlaanderen om
zo de grotere steden te isoleren. In oktober 1583
legerde hij zich in de omgeving van Eeklo. Ver
volgens bezette hij op 22 oktober Sas van Gent en
liet daar enkele versterkingen bouwen om zo de
toevoer uit Zeeland via de Sasse Vaart naar het
Staatse Gent af te snijden. Deze Spaanse aanval
bracht meerdere plaatsen ertoe te onderhandelen
over verzoening, omdat verzet geen zin leek te
hebben. Dat waren plaatsen in het Land van
Waas, maar ook Hulst op 30 en Axel op 31 okto
ber. Dit proces werd nog versneld doordat Servaes
van Steelant, de hoogbaljuw van het Land van
Waas, zich op 29 oktober aan Spaanse zijde had
geschaard.
Vanzelfsprekend voelde Zeeland zich door
deze gang van zaken ernstig bedreigd en werden
er maatregelen getroffen. Op bedreigde plaatsen
werden schepen gestationeerd en de garnizoenen
van Vlissingen en Bergen op Zoom werden ver
sterkt. Men meende namelijk dat, als Farnese in
Axel de beschikking zou krijgen over schepen,
hij een aanval zou ondernemen op Zuid-Beve
land.4 De Staatse handelssteden Antwerpen en
Middelburg vreesden bovendien dat de scheep
vaart op de Schelde en de Honte (oude naam voor
90
Forten in Terneuzen