Op 19 maart 1593 werd het deel van de vesting aanbesteed tussen het "oude fort" en het stenen "conduijt". Er werden vier stukken van de wal aanbesteed met een totale lengte van ca. 154 meter, maar het conduijt lag nog iets verder. Het overige deel werd namelijk op dat moment niet aanbesteed.24 Dit conduijt was een vroegere ste nen uitwatering van de aan de westzijde van Neusen gelegen Willemskerckepolder, die in het noordoosten van de polder lag.25 Bovendien is bekend dat het aan de noordzijde van de 327 meter lange houten kade langs de havengeul lag.26 Deze "caye van der Neusen" werd ook genoemd in het bestek van de Willemskerckepolder van 1576.27 Het conduijt was door de bouw van het Staatse fort binnen de wallen terechtgekomen en uit de tekst van de aanbestedingen van 1593 blijkt dat het dicht tegen de fortwal lag. Ook elders werd het stenen conduijt genoemd, omdat er in datzelfde jaar steen moest worden geleverd "an 't Casteelpoortken tusschen 't con duijt ende den draeyboom".28Deze verwijzing naar het Casteelpoortken moet wel wijzen op de ingang van het Spaanse fortje, omdat geen enkel poortje van de Neusense fortificatie van 1584 hiervoor in aanmerking komt. Met de draeyboom werd de afsluiting van de haven bedoeld op de plaats waar de havengeul de fortwal doorsneed.29 Uit deze formulering kan tevens de conclusie worden getrokken dat de draeyboom, het casteel poortken en het conduijt min of meer op één lijn lagen. Als deze gegevens worden uitgezet op de kaart van de fortificatie, dan komt men terecht bij de hoek van de wal, gelegen tussen de plaats van de draeyboom en een plaats in de omgeving van de waterpoort, waar het conduijt kan worden gelokaliseerd. Daartussen is een grillige vorm getekend, die het restant van de Spaanse geschutsopstelling zou kunnen aanduiden. Als dit inderdaad het geval is, dan zou de uitstulping in de richting van de haveningang kunnen wijzen op de opgang naar het verhoogde plateau, waarop één of twee kanonnen stonden opgesteld. Dit pla teau moest zeer stabiel zijn, want het vestingge- schut was groot en zwaar. De hele kartouw had een lengte van ongeveer 3,30 meter en woog 3.458 kilogram; de halve kartouw had een lengte van ongeveer 2,90 meter en woog 2.223 kilo gram.30 Omdat de kanonnen in die tijd voorladers waren, moest er ook aan de voorzijde van de loop voldoende ruimte zijn. n* koNTt •ié/mimi Vooroorlogse kopie van de in 1940 verloren gegane kaart van Timmermans. Forten in Terneuzen 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2012 | | pagina 15