dat nog meemaken. Belangrijke aanzetten tot dit
verdwijnen van de provincies vinden op dit ogen
blik plaats. Stadsgewesten, stadsprovincies, regio
raden, euregio's, het zijn allemaal constructies
die de provinciale structuur zullen uithollen, een
structuur die honderdvijftig jaar geleden zo over
zichtelijk in de Provinciewet van Thorbecke is
vastgelegd. Nederland is te klein voor drie
bestuurslagen. Alleen het centrale en het
gemeentelijk niveau zullen het uiteindelijk red
den. Maar dan zullen de gemeenten wel veel gro
ter zijn. Ook daar wordt op het ogenblik aan
gewerkt."
Dat verhaal heb ik natuurlijk heel stevig
onderbouwd, maar dat kan ik nu niet allemaal
herhalen. Ik denk ook dat het veel interessanter is
om de vraag te stellen of er aan deze provinciale
geschiedenis van Zeeland argumenten te ontle
nen zijn die het bestaansrecht van juist de pro
vincie onderstrepen. En die dus mijn ongelijk
aantonen.
Die zijn er genoeg. Zo heeft de provincie en
daarvoor het gewest er voor gezorgd dat er een
voortdurend evenwicht tussen stad en platteland
is blijven bestaan. Steden hebben de neiging het
platteland te overheersen. Nu sloeg het Zeeuwse
platteland al aardig terug, maar op gezette tijden
had het toch wel steun nodig. Juist dat element
van de matrix brengt deze activiteiten van de
provincie goed in beeld. Daarbij hoort natuurlijk
ook een gelijkmatige spreiding van voorzieningen
in de ruimte.
In de delen van de Geschiedenis van Zeeland
zijn ook genoeg adstructies te vinden voor de
stelling dat de provincie Zeeland eigenlijk
gemaakt is door het provinciaal bestuur. Van een
willekeurig eilandenrijkje met werelden van ver
schil is er via een stevige infrastructuur en een
soort cultuurpolitiek alsmede door een industria-
lisatiepolitiek één hechte provincie gemaakt, zon
der stukken die er maar wat bijhangen, want ook
Zeeuws-Vlaanderen hoort er helemaal bij. En ver
der heeft de provincie de inwoners het besef bij
gebracht dat er veel gezamenlijke belangen zijn,
niet alleen op het gebied van het toerisme.
Dat zijn allemaal elementen en taken die ook
in de toekomst uitermate belangrijk zullen zijn en
die dus het bestaansrecht van de provincies
onderstrepen. Of zouden we ze bij de gemeenten
kunnen neerleggen? Nu is er met de gemeenten
de afgelopen decennia iets revolutionairs
gebeurd. Ze worden steeds groter. Neem alleen
maar Zeeland. In 1961 waren er in Zeeland nog
101 gemeenten. Vandaag de dag zijn het er nog
maar 13 en er zijn plannen om dat aantal terug te
brengen tot 6. In mijn provincie, Groningen,
waren er tot voor kort 57 gemeenten. Inmiddels
zijn het er nog maar 23 en er zijn plannen dit
aantal voor 2018 terug te brengen tot 6. Maar ook
dan lijkt het eind niet in zicht. Ik heb al gezegd
dat er bij een volgende ronde in Groningen wel
licht nog maar twee gemeenten zullen overblij
ven, de stad en het Ommeland. We zijn dan weer
terug bij de situatie ten tijde van de Republiek
waar het gewest Stad en Lande ook die tweede
ling vertoonde.
Verschuivingen
In feite groeien de gemeenten dus naar de provin
cies toe. Als een reactie daarop is het huidige
kabinet bezig om plannen te maken om de pro
vincies te vergroten. Dat geeft een hoop gedoe en
lijkt me ook geen goede zaak. We kunnen beter
die congruentie van gemeenten en provincies
laten doorgroeien. In de meer landelijke provin
cies, waaronder Zeeland, zou die volledig geëf
fectueerd kunnen worden. In de Randstad is het
mogelijk dat er rond de grote steden aparte pro
vincies worden gevormd, zoals dat met Rijnmond
al eens geprobeerd is. In ieder geval is het zo - de
provinciale geschiedschrijvingen laten het zien -
dat de provincies meer expertise hebben met het
werken op deze schaal, dan de gemeenten. Dus
wellicht is het beter uiteindelijk het gemeentelijk
niveau maar te offeren, ten gunste van de pro
vincies.
Aan de Geschiedenis van Zeeland, die van
middag wordt gecompleteerd, zijn heel wat argu
menten te ontlenen om een dergelijke ontwikke
ling te adstrueren. Daarvoor zijn de boeken
natuurlijk niet geschreven. Ze zijn in de eerste
plaats bedoeld om een moderne en up-to-date
blik op de ontwikkeling van Zeeland te verschaf
fen. Maar als de nood aan de man komt, kan het
provinciaal bestuur van Zeeland de boeken ook
inzetten om aanvallen op de Zeeuwse soevereini
teit te pareren. En daarmee kunnen ze heel wat
trefzekerder zijn dan al dat wapentuig dat in deel
1 de revue passeert en waarmee men toen de boze
buitenwereld te lijf ging.
Geschiedenis van Zeeland compleet
55