EP
op de vangst. Het bestuur stemt met dat voorstel
in. Door middel van aanplakbiljetten zal worden
bekendgemaakt dat eenieder die een otter weet te
vangen en bij de heren polderbestuurders in Mid
delburg inlevert, daarvoor een rijksdaalder per
stuk ontvangt.10 Zou het begin achttiende eeuw
Tot de Tweede Wereldoorlog kwam de otter op Walcheren voor.
Bron: http:/www.canstockphoto.nl/photos/otter.
op Walcheren werkelijk gewemeld hebben van de
otters? Dat is waarschijnlijk overdreven, maar bij
gebrek aan andere gegevens niet te verifiëren.
Het is wel goed mogelijk dat Van Reigersberg zelf
van nabij otteroverlast kende: hij was eigenaar
van kasteel Westhove, met de nodige waterpar
tijen onderdeel van de Manteling, het duingebied
met binnenduinrand tussen Domburg en Vrou
wenpolder. Niet onmogelijk dus dat zijn voorstel
mede werd ingegeven door enig eigenbelang. De
belangrijkste reden van bemoeienis van het
waterschap zal echter vooral hebben gelegen in
het feit dat men de otter ervan verdacht holen te
maken in dijken en kaden waarmee de veiligheid
van het eiland in waterstaatkundig opzicht in het
geding zou kunnen zijn. In werkelijkheid zal de
otter hoogstens bestaande holen hebben verwijd
en valt te betwijfelen of het dier reële schade aan
dijken kon toebrengen.11
Prompt worden al een week na de bestuurs
vergadering van 11 december drie doodgeschoten
otters afgeleverd bij het Polderhuis in Middel
burg. De desbetreffende boeren willen de dode
dieren echter wel graag terug hebben om ze te
kunnen verkopen aan de bontwerkers. Het pol
derbestuur stemt daarmee in, maar om misbruik
te voorkomen zullen de gedode otters voortaan
wel eerst voorzien worden van een merkteken.
Dat moet verhinderen dat een en dezelfde otter
meer dan eenmaal wordt aangeboden.12 Over
bontwerkers gesproken: al in 1488 moet deze
beroepsgroep, die ook wel werd aangeduid als
pelsers of grauwwerkers, actief zijn geweest in
Middelburg, want in dat jaar vaardigt het stads
bestuur een ordonnantie uit om hun activiteiten
te reguleren.13
Na 1710 blijft het voor langere tijd stil rondom
de otter. In de winter van 1749 wordt in het pol
derbestuur voorgesteld de premie op het vangen
te verhogen van 8 schellingen 6 penningen, naar
1 pond Vlaams, en heeft men bij het bestuur ken
nelijk ook een - niet met naam genoemde - otter
vanger uit Bergen op Zoom op het oog.14 Ondanks
een uitnodiging aan zijn adres komt deze niet
opdagen. In de zomer van het volgende jaar 1750
laat een ander, de in Fort Lillo (onder Antwerpen)
wonende militair Jan Pinnen, weten wel belang
stelling te hebben voor de ottervangst, en zijn
techniek ook wel te willen overdragen aan ande
ren. Hij wordt uitgenodigd om "zyn kunst" op
Walcheren te komen demonstreren. Pinnen wordt
verwezen naar de buitenplaatsen van de heren
P.B. de Beaufort en Jacob van Reigersberg - res
pectievelijk 't Hof Hooge Duyn en Westhove - om
zijn techniek aldaar te tonen. Evenals Westhove
lag ook 't Hof Hooge Duyn (of Hoogduin) in de
Manteling. Jan Pullaert, werkzaam als beambte
van de rode roe, de politie ten plattelande, zal
Pinnen begeleiden en voor onderdak zorgen.15
Succes blijft echter kennelijk uit, want er wordt
verder niets meer van deze ottervanger en zijn
kunsten vernomen.
De notulen doen er vervolgens het zwijgen
toe, maar met ingang van hetzelfde jaar 1750
wordt in de rekeningen van het waterschap ver
antwoording afgelegd van gedode en bij het pol
derbestuur afgeleverde otters.
Beginnend in 1750 en doorlopend tot en met
ten minste 1811 bevatten de rekeningen een post
van buitengewone betalingen van diverse aard,
waaronder "verschot [extra uitgaven] voor otters
vangen". Soms wordt het aantal otters genoemd,
zoals in 1751: vijf stuks. Veel vaker beperkt de
opgave zich echter tot de vermelding, zoals in
1752: "aan diverse persoonen, voor 't vangen van
otters". Het hoogste aantal gevangen otters wordt
genoteerd in 1784: 27 exemplaren. Het gemid
delde aantal bedraagt zes16 (zie tabel op pag. 46).
Het is helaas onmogelijk om voor de jaren waarin
het aantal otters niet is ingevuld, het aantal af te
leiden uit de totaalpost van buitengewone beta-
44
De otter op Walcheren