gemiddelde temperaturen ligt voor de hand. Van sommige soorten vogels is bekend dat er steeds meer van komen, van andere soorten weten we dat ze in aantal sterk achteruit gaan. De gemiddelden per uur in de trekperioden moeten dan dus omhoog respectievelijk omlaag gaan. Een paar voorbeelden. De ooievaar was haast uit gestorven in ons land en elders in West-Europa, maar met een uitgekiend beschermingspro gramma nemen de aantallen broedvogels weer toe. En inderdaad, de trend in de telgegevens is hiermee in overeenstemming: het uurgemiddelde is aanzienlijk toegenomen. Hetzelfde geldt voor de bruine kiekendief. Strandplevieren doen het slecht; er zijn steeds minder exemplaren van deze soort. Ze broeden hoog op het strand, waar ook badgasten graag liggen en wandelaars hun honden uitlaten. En, inderdaad, de uurgemiddelden zijn sterk afgeno men. In de winter zag je vroeger veel bonte kraaien. Nu nog maar zelden en deze afneming wordt ook weerspiegeld in de uurgemiddelden: sterk afnemend. Bij ringmussen is de trend in de trek ook afnemend; een verklaring daarvoor is lastig te geven. Het is moeilijk om algemene conclusies te trekken. Gelukkig is het aantal soorten waarbij het uurgemiddelde stijgt of ten minste gelijk blijft veel groter dan het aantal soorten waarbij het uurgemiddelde afneemt. Het gaat dus goed met de trekvogels. Wel is duidelijk dat de vogels gemid deld steeds vroeger de telpost bij Breskens passe ren, soms twee weken eerder. Dat moet haast wel te maken hebben met de klimaatverandering. Iedereen kan natuurlijk, al of niet met verre kijker, eens een kijkje gaan nemen bij de vogeltel- post. Wat kun je dan verwachten? Op topdagen: veel medekijkers met leuke verhalen en heel veel vogels. Neem nu 24 april 2010, een superdag: 2 zwarte ooievaars, 3 zwarte wouwen, 95 bruine en 3 grauwe kiekendieven, 1 visarend, 15 smelle- kens, 4 reuzensterns, 1 hop, 1 duinpieper, 1 bui delmees, 500 regenwulpen, 787 dwergmeeuwen, 2.349 oeverzwaluwen, 6.721 boerenzwaluwen, 21.590 graspiepers. Een geweldig boek vol leuke verhalen, het enthousiasme straalt er vanaf en als geïnteres seerde lezer blijf je er in lezen. Bewondering voor wat talloze liefhebbers hier uiteindelijk geprodu ceerd hebben! Gerard Heerebout Erik van der Doe, Perry Moree en Dirk Tang (red.), m.m.v. Peter de Bode, De gekaapte kaper. Brieven en scheepspapieren uit de Europese handelsvaart, Sailing Letters Journaal IVWalburg Pers, Zutphen 2011, 160 pp., ill. ISBN 978-90-5730-772-0, 19,95 (inclusief dvd) Erik van der Doe, Perry Moree en Dirk J. Tang (red.), m.m.v. Peter de Bode, Buitgemaakt en teruggevonden. Nederlandse brieven en scheepspa pieren in een Engels archief, Sailing Letters Jour naal V. Walburg Pers, Zutphen 2013, 348 pp., ill. ISBN 978-90-5730-918-2, 24,95 (inclusief dvd) Hoewel het project Sailing Letters op 1 januari 2011 door de Koninklijke Bibliotheek was overge dragen aan het Nationaal Archief, had de nieuwe ophanging geen negatieve gevolgen voor de pro ductie van de Journaals. Stipt op tijd presenteerde de redactie op 23 november 2011 het vierde deel van het Sailing Letters Journaal en met een ver traging van een jaar - vanwege de dikte - volgde op 19 november 2013 het vijfde en laatste deel. Het project was een initiatief van de Konink lijke Bibliotheek, in samenwerking met het Natio naal Archief, de Universiteit Leiden en de Samen werkende Maritieme Fondsen. Het doel van het project was bekendheid te geven aan de grote schat aan Nederlands zeventiende- en achttiende- eeuws archiefmateriaal die ligt opgeslagen in de National Archives in Kew (UK). Naast duizenden Nederlandse brieven gaat het om scheepsjourna len, boekhoudingen van plantages, vrachtbrie ven, drukwerk en particuliere bezittingen van zeelieden. Al dit materiaal is buitgemaakt door Engelse oorlogs- en kaperschepen tijdens de ver schillende Engels-Nederlandse handelsoorlogen. 110 Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2014 | | pagina 28