De High Court of Admiralty gebruikte de Prize
Papers bij de beoordeling of een schip terecht of
niet terecht was buitgemaakt.
De waarde van de Prize Papers is enorm. Niet
eerder kwamen zoveel persoonlijke geschriften
van gewone zeelieden en burgers 'boven water'.
Ze bieden een inkijkje in een wereld die nauwe
lijks bekend was. Het belang voor diverse takken
van de wetenschap is dan ook groot: nooit eerder
konden onderzoekers zo dicht bij de woorden en
gevoelens van gewone mensen komen.
In het vierde deel van het Sailing Letters
Journaal, De gekaapte kaper. Brieven en scheeps
papieren uit de Europese handelsvaart, wordt de
handelsvaart niet alleen aan de hand van brieven
geschetst, maar vooral met behulp van zakelijke
documenten behandeld.
De opzet van deel 4 verschilt sterk van de
vorige afleveringen van het Journaal. Daarin
stonden de geannoteerde transcripties centraal,
nu ontbreken ze grotendeels. De transcripties van
de brieven en de andere scheepspapieren zijn
zoveel mogelijk in de lopende tekst verwerkt. De
leesbaarheid is hierdoor sterk vergroot. Wel is de
historische sensatie die anders bij het lezen
optrad nu verbannen naar de bijgevoegde dvd.
De meeste auteurs hebben voor het eerst op
grote schaal gebruik gemaakt van een 'nieuwe'
bron, de gegevens uit de zogenoemde standaard-
verhoren (Standing interrogations). In Sailing
Letters Journaal I beschreef Roelof van Gelder al
globaal hoe de afhandeling van prijzen voor het
Engelse Prize Court verliep. Peter de Bode en Dirk
Tang gaan in dit deel dieper in op de procedures
die het prijzengerechtshof hanteerde. Beide
auteurs staan uitvoerig stil bij de vragenlijsten
die opvarenden van genomen schepen voorge
schoteld kregen. Daarna volgen tien bijdragen
over Nederlandse schepen die gedurende de
zeventiende, achttiende en negentiende eeuw in
Europese wateren in aanraking kwamen met
Engelse kapers of oorlogsschepen. Zij gaan over
de Nederlandse handel met Italië in de jaren voor
de Tweede Engelse Zeeoorlog (1661-1664), het
ontstaan van een bankiershuis te Amsterdam, de
waarde van de Prize Papers voor onderzoek naar
de Oostzeevaart, een Borkumer commandeur ter
walvisvaart, de Smyrna-handel, de verovering
van Engelse vissersschepen (1798) en de lotgeval
len van een agent van het consulaat van de
Bataafsche Republiek in Marokko.
Voor de in Zeeland geïnteresseerde lezers zijn
de bijdragen van Johan Francke over de juridi
sche strijd om de Stadt Coppenhagen en haar
lading (1690-1692), die van Erik van der Doe over
de kreeftennegotie van Zierikzee (1781) en die
van Liesbeth van der Geest over het nemen van
het Zierikzeese beurtschip De Jonge Pieter (1804)
van belang.
Het vijfde en laatste Sailing Letter Journaal
bevat drie overkoepelende artikelen. Deze worden
voorafgegaan door een 'Ten geleide' met daarin
een aantal onderzoeksmogelijkheden die de Prize
Papers bieden, en een 'Verantwoording'. De kern
vormen de artikelen die gebaseerd zijn op één of
meer brieven of op andere 'sailing papers'. Nieuw
zijn de veertien spreads, dat wil zeggen korte bij
dragen met een afbeelding. Zij geven een indruk
van de grote rijkdom en variatie van de Prize
Papers. Te denken valt aan een zakboekje met
griffel, sleutels, brieventassen, muziekstukken,
zaden en tekeningen. Ook is in dit deel weer een
dvd met scans van de besproken brieven bijge
voegd. Het boek heeft een Engelse samenvatting
en een uitvoerig register op alle Journaals.
In het eerste inleidende artikel gaan twee
medewerkers van de National Archives in op de
achtergronden en bewaaromstandigheden van de
Prize Papers. Gijs Boink van het Nationaal
Archief vertelt over zijn zoektocht naar een
Nederlandse equivalent van de Prize Papers.
Daarna volgen 26 bijdragen over allerlei mari
tieme onderwerpen. Gelet op het grote aantal is
het ondoenlijk om deze uitvoerig te bespreken.
Aan de orde komen onder andere 'sailing books',
zoals almanakken en gelegenheidsdrukwerk,
navigatie in de zeventiende en achttiende eeuw,
de Nederlandse handel op Guadeloupe (1664),
huwelijksperikelen in 1672, opvarenden van
Oost-Indiëvaarders, de plantages Geertruidenberg
Boekbesprekingen
111