Zwakke schakels
Acht kustgebieden van Nederland zijn bestempeld
als 'zwakke schakels'. Dat wil zeggen dat ze tus
sen nu en het jaar 2020 niet meer bestand zullen
zijn tegen een storm zoals die gemiddeld eens in
de vierduizend jaar plaatsvindt. De kust van
West-Zeeuws-Vlaanderen is een van deze zwakke
schakels. In het gebied vindt een aanzienlijke
kustversterking plaats. De kustversterking ten
westen van Breskens wordt gecombineerd met de
uitvoering van het plan Waterdunen. Hiermee
wordt zo goed mogelijk invulling gegeven aan de
in het gebiedsplan omschreven wens tot integra
tie van de diverse functies.
Inspiratie voor Waterdunen: 'Kust in kleuren'
Het rapport 'Kust in kleuren' geeft met behulp
van een aantal kaartbeelden een impressie van de
toekomstige kust. Er wordt in gepleit voor ver
sterking van het landschap om de leefbaarheid te
vergroten en de dag- en verblijfsrecreatie meer
ruimte te geven. Ook wordt er een link gelegd met
de moeilijke economische positie van de streek.
Het rapport was bedoeld om de fantasie te prikke
len en wilde geen blauwdruk zijn voor mogelijke
toekomstige ontwikkelingen.
Opvallend aan de kaartbeelden is dat in de
ogen van de plannenmakers het gehele gebied
tussen het Zwin en Breskens aanzienlijk op de
schop gaat. Eveneens valt op dat de 'rode compo
nent' in de kaartbeelden vrijwel volledig ont
breekt: alleen de bestaande campings en zomer
woningterreinen zijn (als witte vlekken) weer
gegeven. Het lijkt wel alsof de directe kust één
groot landschapspark zou moeten worden.
Belangrijk uitgangspunt van 'Kust in kleuren'
was dat de versterking van het landschap vooral
gezocht moest worden in streekeigen elementen
als duinen, dijken en kreken om daarmee een
aantrekkelijke omgeving voor de plaatselijke
bevolking, de recreant en de toerist te realiseren.
Er werd de voorkeur aan gegeven geen nieuwe
verblijfsrecreatie te realiseren, maar vooral tot
een kwaliteitsverbetering van bestaande bedrij
ven te komen en dit met de herinrichting van de
kust te combineren. De nieuwe (kunstmatige)
duinen werden gezien als de ruggengraat van het
plan. Voor het eerst werd ook de mogelijkheid
geopperd om de grens tussen duin en kampeer
terrein te laten vervagen. "Recreatieterreinen
kunnen met een uitgekiende vormgeving in het
landschap worden ingepast, waarbij van dijken,
kreken, en een doordachte beplanting gebruik
wordt gemaakt." Hierbij werd gedoeld op nieuwe
dijken en kreken; maar nergens laat het plan zien
hoe dit concreet gemaakt moest worden.
De beeldtaal van 'Kust in kleuren' vertoont
opvallend veel gelijkenis met het plan Water
dunen dat nu in uitvoering is. 'Kust in kleuren'
kan daarom gezien worden als een eerste
belangrijke inspiratiebron voor het plan Water
dunen.
Inspiratie voor Waterdunen: Marquenterre
De baai van de monding van de Noord-Franse
rivier de Somme bestaat overwegend uit slikken
en is een ongeveer 7.000 hectare groot intergetij-
dengebied. Het is een waar vogelparadijs, met
name van belang voor trekvogels. Ongeveer de
helft ervan, 3.200 hectare, is natuurreservaat.
Aan de noordzijde van het estuarium is op
initiatief van een privépersoon in 1973 een polder
van 200 hectare die agrarisch in gebruik was, als
natuurgebied ingericht: het Pare Ornithologique
du Marquenterre. Hij deed dit enerzijds ter onder
steuning van de bestaande natuur in de baai en
anderzijds om het grote publiek de mogelijkheid
te bieden op verantwoorde wijze de aanwezige
natuur te beleven. Het huidige park bestaat uit
deze (voormalige) polder, met tal van plassen,
natte weilanden en moerassen, waar de restanten
van bedijkingen nog herkenbaar zijn. Tegenwoor
dig is het gebied eigendom van Conservatoire du
Littoral. Er zijn wandelroutes, er is een bezoe
kerscentrum, er zijn vogelkijkhutten en tegen
betaling is het gebied toegankelijk.
Er kan zeewater in het gebied ingelaten wor
den; met het waterbeheer wordt de biodiversiteit
bevorderd. In de lente wordt het waterpeil vrij
laag gehouden en is het zoutgehalte vrij hoog. Op
de hierdoor droogvallende delen ontstaat nestge
legenheid voor tal van vogels. In de zomer wordt
zeewater ingelaten om zoveel mogelijk larven en
ongewervelde dieren in de waterpartijen van het
natuurgebied te laten komen. Deze vormen een
voedselbron voor steltlopers en andere watervo
gels zoals de lepelaar en de daar in bomen broe
dende zilverreigers. Van oktober tot maart is het
waterpeil hoog, onder meer ten behoeve van
12
Waterdunen