lijk, evenals het snijden van zilte zeegroenten,
het volgen van een laarzenpad door de natuurge
bieden, het doorwaden van een geul naar een
recreatie-eiland met speelvoorzieningen, et
cetera. Zo staat het vrijwel letterlijk in de plan
toelichting. Maar in feite ontbeert het plan een
harde ecologische onderbouwing (legitimatie).
Voorziet Waterdunen in maatschappelijke
behoefte?
Waterdunen wordt ongetwijfeld een gebied waar
van de recreant dankbaar gebruik zal gaan
maken en waar het, net als in Marquenterre, ple
zierig wandelen zal zijn, zonder dat hier overi
gens, in tegenstelling tot het Franse voorbeeld,
entreekosten betaald zullen moeten gaan worden.
In het ruimtelijk beleid wordt een verbrede kust-
ontwikkeling, zoals in essentie al in 'Kust in
kleuren' is voorgesteld, als bijzonder noodzakelijk
gezien voor West-Zeeuws-Vlaanderen. De ont
wikkeling die de recreatie in de tweede helft van
de vorige eeuw in dit gebied heeft doorgemaakt
had weinig kwaliteit. De reeks caravan- en cha
letparken tot en met de opdringerige bebouwing
van het voormalig fort Frederik Flendrik heeft
daarom dringend behoefte aan een stevig land
schappelijk antwoord, integraal in het kustgebied.
Als we kijken naar de onlangs gerealiseerde
bouwplannen langs deze kust, dan kan een niet
goed landschappelijk ingepast plan als Cavelot
met 450 nieuwe recreatiewoningen bepaald geen
groene ontwikkeling genoemd worden. In dat
opzicht is de realisatie van een 400 hectare groot
natuurgebied als Waterdunen natuurlijk meer dan
welkom. Eigenlijk zou er nog veel meer moeten
gebeuren om voldoende tegenwicht te kunnen
bieden aan het nogal eenzijdig ontwikkelde
karakter van het kustgebied.
Naast de gewenste kustontwikkeling met ver
brede doelstelling zou natuurlijk ook een verbete
ring van de kwaliteit van bestaande campings
een oplossing kunnen zijn, zoals ook al werd
aangegeven in het Gebiedsplan Natuurlijk Vitaal.
Bij individuele campings en zomerwoningterrei
nen die in bezit zijn van één eigenaar lukt dat
nog wel. Maar bij parken waarvan de woningen
of stacaravans in bezit zijn van individuele eige
naren is dat veel lastiger, zelfs bijna onmogelijk.
Wat dat betreft blijft West-Zeeuws-Vlaanderen
voorlopig nog wel met een erfenis zitten. Flet
leert des te meer dat recreatieparken waar niet op
een substantiële manier het landschap de struc
tuurdrager is, eigenlijk niet meer tot stand zou
den mogen komen. Campings en zomerwoning
terreinen zonder een wezenlijke landschaps
structuur vormen vreemde objecten in het land-
Ook parken in de buurt van Nieuwvliet, aangelegd in de jaren
zeventig, souperen het landschap in plaats van landschap te
maken.
schap; ze tasten het landschap aan en voegen er
geen landschappelijke waarde aan toe. Ze zijn
daardoor in de toekomst zelfs uitermate kwets
baar. Bij Waterdunen lijkt dat gelukkig goed te
gaan. Er is echter nog weinig bekend over de
kwaliteit van de bebouwing, de 'rode' component
van Waterdunen. Er komt een duincamping met
300 plaatsen (op 14 ha), een hotel en 400 recrea
tiewoningen (op 40 ha). De lage dichtheid van
deze woningbouw (10 woningen per ha) zou vol
doende ruimte moeten bieden voor een 'groene'
ontwikkeling. De woningen worden in feite opge
nomen in een nieuw duinlandschap. Omdat nog
weinig bekend is over de architectuur van de
woningen en de landschapsarchitectuur van het
duinlandschap bestaat er voor Waterdunen op dit
moment nog weinig duidelijkheid over de moge
lijke groene ontwikkeling.
Kwaliteiten en bedenkingen
Veel Zeeuwen zijn tegen het in hun ogen 'opoffe
ren' van vruchtbaar polderland voor natuuront
wikkeling. Flet polderland verdwijnt echter niet
met plannen als Waterdunen. De verschijnings
vorm verandert, maar ook de nieuwe verschij
ningsvorm heeft wel degelijk een maatschappelijk
rendement en niet alleen in direct economisch
opzicht. Bovendien is de veiligheid juist gediend
Waterdunen
15