gemeente een gouden gedenkpenning met oor konde. Hij was daarnaast 25 jaar wethouder in Vlissingen (1864-1889) en ook lid van Provinciale Staten van Zeeland (1878-1895). In 1901 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nas- sau. Van zijn hand verscheen de Handleiding tot de beoefening van het notarisambt (1846), een in vakkringen bekend werk dat verscheidene malen is herdrukt. Hij was ook de auteur van de Proeve van wetherziening betrekkelijk het tweede en ver der huwelijk (1877), waarvan exemplaren met aantekeningen in het familiearchief zitten. Hij werd benoemd tot lid van het Zeeuws Genoot schap in 1883. Het archief is al in 2010 onderge bracht in het Zeeuws Archief. Vorig jaar werden nog enige gevonden foto's en brieven toegevoegd. Ramp met de Titanic Een paar geschriften in het familiearchief vallen op. In een brief aan consul Theunis van Uije Pie- terse, geschreven op 22 april 1912 door zijn vrouw Corry, die dan op het punt staat per schip terug te gaan naar haar echtgenoot in Turkije, meldt zij het nieuws van een van de grootste gebeurtenissen in de scheepvaartgeschiedenis van een week eerder: "Hoe verschrikkelijk de ramp der Titanic, men krijgt bij 't lezen kippevel, geen wonder dat ik nog banger word om op zee te varen..." Voor ze afreist gaat ze eerst nog op familiebezoek in Vlissingen. Dan verzamelt ze alle moed en maakt de reis over zee terug naar Theunis in Smyrna. "Om gek van te worden" Over curieuze geschriften gesproken. In het par ticuliere archief is onderstaand opmerkelijk briefje aangetroffen over hoe buitengewoon inge wikkeld familierelaties kunnen worden. Zo inge wikkeld zelfs datje vader je schoonzoon, je vrouw je grootmoeder en je zelf je eigen grootva der kunt zijn - om gek van te worden: De reden waarom zeker iemand onlangs een zelfmoord pleegde vond men op het papier geschreven in zijn linkerlaars. Ik huwde een weduwe die een volwassen dochter had. Mijn vader kwam ons vaak bezoeken, werd verliefd op mijn stiefdochter en huwde haar. Zoo werd mijn eigen vader mijn schoonzoon en mijn stiefdochter mijn moeder, daar ze de vrouw mijns vaders was. Eenigen tijd daarna schonk mijn vrouw mij een zoon, deze werd natuur lijk mijns vaders zwager en mijn oom, want hij was de broeder van mijn stiefmoeder. Mijn 's vaders vrouw (namelijk mijn stiefdochter) kreeg ook een zoon, die werd natuurlijk mijn broeder en tegelijkertijd mijn kleinzoon, want hij was de zoon mijner stiefdochter. Mijn vrouw werd mijn grootmoeder, omdat zij de moeder van mijn moeder was. Ik was de man van mijn vrouw en tegelijkertijd de kleinzoon mijner vrouw. En daar de man van iemands grootmoeder zijn grootvader is, zoo ben ik ongelukkig mijn eigen grootvader. Dat is inderdaad om gek van te worden. 't Is vol van schatten hier 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2015 | | pagina 25