wat daar nog aan Hamel en de Nederlandse tijd herinnerde. Hieraan vooraf gaat de periode 1845- 1877 ('Jeugdige ambitie'), en de periode 1877- 1900 ('Door de wol geverfd') is het derde en laat ste luik. Aan dit alles gaat een proloog vooraf waarin de auteur zijn beweegredenen tot het schrijven van deze biografie uiteenzet, en het boek sluit af met een epiloog waarin Walraven vertelt hoe het zijn twee broers, zijn twee kinde ren en zijn beste vrienden is vergaan na Hamels overlijden in 1900. Een bronnenlijst, notenappa raat, literatuurlijst, personenregister en een stam boom van het geslacht Hamel completeren deze kroniek van een bijzonder leven. Dat ook het Zeeuws Genootschap een rol speelt in dit boek maakt het extra bijzonder. Zoals toentertijd gebruikelijk was, schonken Zeeuwen in den vreemde volkenkundige voor werpen aan het Genootschap. Zo ook Piet Hamel, die in 1881 werd benoemd tot lid van het Genoot schap. In het archief van het Genootschap, bewaard in het Zeeuws Archief, is nog de brief te vinden waarin hij zijn benoeming aanvaardt. Deze schenkingen berusten nu in het Zeeuws Museum en worden beschreven in het artikel 'De geschenken van consul Hamel uit Bangkok' van de hand van Liesbeth van der Geest in dit num mer van Zeeland. Maar ook zijn er in de hand schriftencollectie van het Genootschap, die bewaard wordt in de Zeeuwse Bibliotheek, twee brieven bewaard gebleven van Hamel aan Frede- rik Nagtglas, bestuurslid, bibliothecaris en con servator van het kabinet van oud- en zeldzaam heden van het Genootschap en een van zijn beste en trouwste vrienden. Zo komen deze voorwerpen en documenten in een verrassend nieuw licht te staan, en het aardige vind ik dat alle drie de bruikleennemende instellingen van het Genoot schap (archief, bibliotheek en museum) de stille getuigen van Hamels leven en werk in hun col lecties hebben. De dan 78-jarige Frederik Nagtglas stuurt in 1901 zijn herinneringen aan zijn overleden vriend naar de Middelburgsche Courant. Frappant is dat dit tevens het laatste stuk is dat Nagtglas tijdens zijn leven publiceert; hij overleed in 1902. Hij eindigt zijn verhaal met de terechte vaststel ling: "Onder de merkwaardige Zeeuwen, die een voetstap nalieten in het zand van den Tijd, ver dient Hamel een plaats." Die wens van Nagtglas is 113 jaar later met het verschijnen van dit zeer leesbare en uitvoerig en fraai geïllustreerde boek, mede dankzij de inventieve vormgeving van Hans Walravens echtgenote Jolenta Weijers, ein delijk bewaarheid geworden. Hans Walraven heeft met zijn speurtocht in nationale en internationale archieven en data banken, museumcollecties, oude boeken en ver geelde correspondentie, waaruit hij rijkelijk citeert, in mijn ogen een daad van 'eenvoudige rechtvaardigheid' verricht waarvoor hem alle lof toekomt. Hij heeft zijn overgrootvader 'tot leven gewekt' en een negentiende-eeuws reisjournaal aan de vergetelheid ontrukt. Een aanrader voor iedereen die zelandica verzamelt. Ronald Rijkse Ad Tramper, Een Zeeuws slavenschip. Na de kust van Guiné om slaven, de wind oost. Uitgeverij Den Boer/De Ruiter, Vlissingen 2014. 123 pp., ill. ISBN 978-90-79875-58-0. 13,50 De jaren 2013 en 2014 stonden in het teken van de herdenking van de afschaffing van de slaver nij (1863) en de slavenhandel (1814). Er versche nen diverse publicaties over deze voor de Neder landse geschiedenis toch wat ongemakkelijke thema's, zoals het boek van Dirk Tang over sla vernij als verschijnsel door de eeuwen heen en dat van Marcel van Engelen over kasteel Elmina. Tijdens de presentatie in juni 2014 van het boek van Ruud Paesie over het slavenhandelsbedrijf de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC) kwam ook een kleinere publicatie ter wereld van de gemeentearchivaris van Vlissingen, Ad Tram per. Het is zijn masterscriptie maritieme geschie denis van de Universiteit Leiden uit 2010 die - enigszins bewerkt en uitgebreid - alsnog is Boekbesprekingen 81

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2015 | | pagina 37