de Koninklijke Maatschappij De Schelde voorza
gen de stad in het derde kwart van de negen
tiende eeuw van nieuwe impulsen. Vlissingen
groeide uit tot een echte arbeidersstad, zelfs tot
een "broeinest der anarchie", om met historicus
Bert Altena te spreken, die in 1989 promoveerde
op een onderzoek naar de geschiedenis van de
plaatselijke arbeidersbeweging.
In een boekbespreking als deze is het onmo
gelijk om uitgebreid op de inhoud van het verhaal
in te gaan; daarvoor bevat het werk simpelweg te
veel informatie. Van Druenen heeft ons op een
mooi boek getrakteerd, waarin recht wordt
gedaan aan vele facetten uit het verleden van
Vlissingen. De economische, politieke en demo
grafische ontwikkelingen krijgen weliswaar ver
uit de meeste aandacht, dit neemt niet weg dat de
auteur tevens stilstaat bij allerlei andere zaken,
zoals het onderwijs, het kerkelijk leven, de sociale
zorg, de huisvesting, de openbare orde en de
rechtspraak. Als je bedenkt dat het juist deze
gebieden waren die het dagelijks leven van de
mensen raakten en waar de aandacht van het
stadsbestuur naar uitging, is aandacht ervoor in
een standaardwerk over de geschiedenis van een
stad geen overbodige luxe.
Uiteraard is er altijd wel wat aan te merken op
een boek. Zo miste ik in de literatuurlijst een
aantal belangrijke titels. Ik zocht bijvoorbeeld
tevergeefs naar het levenswerk van Jan Buisman
over het weer, de wind en het water in de Lage
Landen. Het weer is toch een belangrijke factor in
de historische ontwikkeling van een stad die zo
nauw verbonden is met de visserij en de scheep
vaart. Verder miste ik de dissertatie van M. van
der Bijl (Idee en Interest) die gewijd is aan de poli
tieke twisten in Zeeland in de periode tussen
1702 en 1715 en waarbij ook wordt ingegaan op
de situatie in Vlissingen. Evenmin kon ik het
proefschrift van H.M. Brokken over het ontstaan
van de Hoekse en Kabeljauwse twisten ontdek
ken, een must voor iedere historicus die over deze
strijd schrijft.
Hoewel de vele illustraties in het boek over
het algemeen aardig zijn, zijn ze niet altijd func
tioneel. Zo zien we op de titelpagina van het
derde hoofdstuk, waarin de kaapvaart wordt
behandeld, een op het eerste gezicht recente foto
van een aantal plezierroeiers in de haven van
Vlissingen. Bij kapers denk ik aan andere men
sen.
Deze kleinigheden nemen niet weg dat ik
grote bewondering heb voor het boek van Peter
van Druenen. Vlissingen heeft nu eindelijk een
werk gekregen waar de stad gezien haar rijke en
bewogen verleden recht op heeft.
Albert L. Kort
Jan J.B. Kuipers, De VOC. Een multinational onder
zeil. 1602-1799, Walburg Pers, Zutphen 2014, 176
pp., rijk geïllustreerd, kaarten, tabellen, literatuur
opgave. ISBN 978-90-57309-854. 24,95
Qua patet orbis: zo wijd de wereld strekt. Jan
Kuipers heeft na vele publicaties over Zeeuwse
onderwerpen zijn vleugels uitgeslagen en een
onderwerp behandeld dat ruim de helft van de
aardbol beslaat: een geschiedenis van de Ver
enigde Oost-Indische Compagnie, die bijna twee
eeuwen omspant en zich afspeelt van Nederland
tot Japan, van de kusten van Brazilië tot die van
Nieuw-Zeeland.
De VOC heeft altijd sterk tot de verbeelding
van het Nederlandse volk gesproken. Het was de
eerste naamloze vennootschap ter wereld en de
eerste multinational. De VOC was het parade
paardje van de Gouden Eeuw, de periode waarin
Nederland een grote maritieme natie was, de tijd
van de jongens van Jan de Witt en Jan Pietersz.
Coen die eeuwenlang als voorbeeld voor de
opgroeiende jeugd diende. Nog in 2006 stelde
minister-president Jan-Peter Balkenende een
voorbeeld aan de natie. Toch werden kritische
geluiden ook al lang gehoord. Al in 1886 schreef
J.A. van der Chijs in zijn boek over de verovering
van de Banda-eilanden dat er "bloed kleefde aan
de handen van Jan Pietersz. Coen". Wat is de
waarheid?
86
Boekbesprekingen