Zeeland 24.2 procureur-generaal en haar eigen vader was ban kier. Het jonge paar Reitsma-van Maasdijk kreeg drie zoons en een dochter. De vier vrolijke kinde ren uit het prentenboek zijn hun eigen kinderen: de oudste was Tjitte, daarna kwam Hans, het dochtertje Lijs (die eigenlijk Elisabeth heette) en de jongste August (die Guus of in het boekje Pief genoemd werd). De oudste, Tjitte Anne, was nog geboren in het huwelijksjaar van de ouders (december 1916). De jongste zoon August Chré- tien Joseph wordt in het boekje vijfjaar. Hij kwam ter wereld op 26 juli 1922. Dat betekent dat het Zoutelande-verhaal speelt in de zomer van 1927, dus een jaar voordat het boekje verscheen. De kinderboeken die Elly Reitsma, alias Elisa beth van Maasdijk (later Elisabeth Hannema-van Maasdijk) schreef, hebben dus betrekking op het jonge gezin dat ze stichtte met haar eerste man. Het verzenboek van Lijs is een verhaal over haar dochtertje. De dames Reitsma en Riemersma heb ben in februari 1926 het plan voor dit boekje aan uitgever Van Goor voorgelegd. Deze stelde aan de tekeningen nogal wat eisen in verband met de kleurendruk, maar de maand daarop (maart 1926) werd het contract ondertekend. Het honorarium voor de teksten bedroeg 50 gulden, terwijl Ella Riemersma voor de illustraties en het boekomslag 250 gulden ontving. Ondanks de aansporingen van de uitgeverij kwamen de tekeningen van Rie mersma moeilijk uit haar handen en het duurde tot eind 1928 voordat alles gereed was. Nu kwa men beide boekjes tegelijk op de markt. De ver huizing van Riemersma naar Parijs in oktober 1927 zal daar wel debet aan zijn geweest. Voor Van vier vroolyke klantjes in het Zouteland ging Elly Reitsma met ansichtkaarten van Zoutelande naar het Parijse Montparnasse om daar met Ella Riemersma de illustraties van het boek te beden ken. Mogelijk heeft Elly Reitsma ook foto's van haar gezin en vakanties meegenomen, want - volgens haar kleindochter - op de tekeningen lij ken moeder en kinderen sprekend.3 Elly Reitsma wilde met de tekenares nog een derde boekje maken, Weet je wat ik worden wil. Kennelijk was de tekst ervan al klaar, maar uitge ver Van Goor vond het genoeg: "Na de ervaring met de twee andere, welke maar een uitermate matig succes, wat verkoop betreft, behaalden durven wij het werkelijk niet aan", schreef Van Goor. Elly Reitsma was er zeker van een andere uitgever te kunnen vinden en ook dachten de dames dat buitenlandse uitgevers belangstelling hadden, maar noch het ene noch het andere lukte. Mogelijk speelde hier mee dat de uitgever de versjes van Reitsma niet zo geweldig vond. Hij had Riemersma eerder geschreven: "De versjes Elisabeth van Maasdijk op haar woonboot aan de Kagerplas, ca. 1964. Collectie Guus Honig. vinden wij eerlijk gezegd niet zoo geslaagd, de woordenkeus is voor jonge kinderen nu en dan veel te moeilijk. De versjes zijn niet eenvoudig en zangerig genoeg, zoodat de kleintjes ze al gauw als 't ware spelenderwijs uit 't hoofd leeren.'4 De geringe waardering, ook financieel, van de uitge ver voor haar teksten zorgde voor een wat onaan gename correspondentie tussen Elly Reitsma en de uitgever. Het had niet veel gescheeld of de kin derboeken waren niet verschenen. Elisabeth van Maasdijk bleef Elly Reitsma, tot haar echtscheiding in juni 1929, nota bene een goed jaar nadat die kinderboeken over dat geluk kige gezin in die memorabele zomer verschenen. Ze hertrouwde op 34-jarige leeftijd, nauwelijks veertien dagen na haar scheiding, in juni 1929 met de journalist Theo Hannema, redacteur van het Leidsch Dagblad en befaamd muziekrecen- Elisabeth Reitsma 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2015 | | pagina 5