mmm Vb ■l jr sf m. SM mMtim Wm ff' W truqkieke (mens zijn) het verdriet het berouw de moed de wroeging de schroom de vragen het zoeken het knagen het doen alsof vooral niet laten blijken de stad die brandde geblakerd uur het had ik maar of had ik maar eerder of niet had ik maar meer later anders of minder gehoopt en gedroomd de grap en de vloek het bordje voor het raam van het café om de hoek had ik niet gezwegen gepikt en gevreesd was ik maar niet zo toen maar anders geweest her wegkijken her veinzen her niet kunnen weten de stille tocht uit de stad naar het station als ik dat had geweten het geweten de angst te doen te laten te handelen te praten redenen gezocht eerst toen daarna later linten vliegtuigen in uren oktober verhalen gemaakt die ik zelf ging geloven verteld steeds opnieuw keer op keer dan verzwegen het verdringen het slikken het wankelen het moeten de molen die sprong de dijken die gaapten het zich arrangeren de schuld en het boeten het bidden het bloeden het huilen vermoeden het vrezen vergeten het niet kunnen bevroeden het gerucht in de morgen de tanks op de markt her verraad en de pijn het bedrog en het schelden de afkeer de moffen het schimpen de helden die werden gemaakt en gefluisterd gebroken haar eerste stappen op vaderlands' bodem de twijfel het verwijten beproeven verbijten de slechten en goeden de bokken en geiten de wraak en de driekleur hoe zwart-wit steeds grijzer hoe zwart-wit steeds grijzer hoe zwart-wit steeds grijzer hoe mens te zijn hoe mens te blijven mens te trachten in onmenselijke tijden mens te blijvenmens te zijn fi.Srj A

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2015 | | pagina 24