Globalisering van flora en fauna. Achtergronden en effecten van de opmars van uitheemse planten en dieren in Zeeland Chiel Jacobusse Het al of niet met opzet introduceren van uit heemse diersoorten in eigen omgeving is van alle tijden. Zo gaat het verhaal dat de Bijvoet (Artemi sia vulgaris) hier verschenen is in het kielzog van Romeinse soldaten, die deze plant in hun sandalen legden om blaren te voorkomen. Fazanten werden als jachtbuit geïntroduceerd in de middeleeuwen en knobbelzwanen verwilderden hier geleidelijk vanaf de negentiende eeuw. Dat uitheemse soorten een probleem kunnen vor men voor oorspronkelijk inheemse planten en dieren is ook al lang bekend. Een Zeeuws voor beeld daarvan vormt de Noorse woelmuis. Het is een soort die de concurrentie met verwanten als de veldmuis en de aardmuis niet aankan. Van- daar dat de Noorse woelmuis beperkt is tot moe rassige gebieden waar zijn concurrenten niet voorkomen. Daarnaast zijn Noorse woelmuizen vanouds te vinden op eilanden, zoals op Texel, waar ze heden ten dage nog steeds floreren. Op de Zeeuwse eilanden leefden vanouds Noorse woel- muizen en er is een klassieke studie van de ver dringing van de Noorse woelmuis door de veld muis van Noord-Beveland, na de totstandkoming van de Veerse Gatdam en de dam aan het Katse- veer. Maar het introduceren van nieuwe soorten mag dan van alle tijden zijn, de laatste decennia neemt het aantal nieuw geïntroduceerde soorten in duizelingwekkend tempo toe. En dat is om meerdere redenen zorgwekkend. De stortvloed De water- en oeverplant watercrassula, afkomstig uit Australië en Nieuw-Zeeland, komt sinds 1995 in Nederland in het wild voor. Foto Chiel Jacobusse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2016 | | pagina 20