De fotograaf Carl Wilhelm Bauer (1844-1911)
Ineke Vogel-Wessels Boer
In de zomer van 2015 schonken de erven J.C.P.
Boender (1937-2015) elf foto's aan het Zeeuws
Genootschap. Het zijn opnames van gebouwen en
straten in Middelburg, gemaakt door Carl Wilhelm
Bauer. De foto's, groot formaat circa 28 x 38 cm,
zijn opgenomen in de Zelandia Illustrata, de
historisch-topografische atlas van het Zeeuws
Genootschap, in beheer bij het Zeeuws Archief.
De geschonken foto's zijn een mooie aanvulling
op de circa 230 foto's, portretten, topografische
opnames en historische gebeurtenissen, gemaakt
door Bauer en aanwezig in de Zelandia Illustrata.
Enige hiervan heeft Bauer zelf aan het Genoot
schap geschonken en een enkele heeft het
Genootschap van hem gekocht.
De ateliers van C.W. Bauer
Goes
In de negentiende eeuw stagneerde de welvaart,
ook in Midden-Zeeland. Voor de economische
ontwikkeling was verbetering van de infrastruc
tuur van groot belang. Plannen waren er genoeg.
Het duurde echter tot 18 augustus 1860 voordat
de Spoorwegwet werd aangenomen waarin werd
bepaald dat de staat het Nederlandse spoorwegnet
verder zou aanleggen met onder andere de lijn
Roosendaal-Bergen op Zoom-Goes-Middelburg-
Vlissingen. De Nederlandse regering had zich in
1839 krachtens het traktaat met België verplicht
een eventuele afdamming van een van de zij
armen van de Schelde te compenseren door het
graven van een kanaal. Om de aanleg van de
Zeeuwse spoorlijn te kunnen verwezenlijken
moesten het Kanaal door Zuid-Beveland en het
Kanaal door Walcheren worden gegraven. In 1865
werd er hard gewerkt aan de totstandkoming van
de spoorlijn naar Goes, die in 1868 gereedkwam,
en het graven van het Kanaal door Zuid-Beveland,
opengesteld voor de scheepvaart in 1866. In Zee
land had men hoge verwachtingen van de spoor
lijn. De welvaart zou weerkeren.
Hoogstwaarschijnlijk aangetrokken door de
uit te voeren werken en de verwachte toename
van de welvaart vestigde de in Kleef geboren Carl
Wilhelm Bauer zich in 1865 in Goes. Hij sloot een
overeenkomst met de aldaar gevestigde apotheker
en fotograaf P.A. Hochart (Goes 1829 - IJzendijke
1872). De heren werkten in een "Glazen Atelier"
in de Prins van Oranje. Hier kon men portretten
alsmede stereoscopische familieportretten en ste-
reoscoopplaatjes van stads- en plattelandsgezich
ten laten vervaardigen.
De samenwerking liet kennelijk vrij snel te
wensen over, want via een advertentie in de
Goessche Courant van 11 december 1866 liet
Bauer weten dat hij niet meer werkzaam was in
het atelier van Hochart. Bovendien stond hij niet
meer in voor de foto's van Hochart, al waren ze
gemaakt van door Bauer vervaardigde clichés.
Bauer hoopte snel nieuwe huisvesting te vinden
en was voortaan te spreken in zowel het atelier in
de Prins van Oranje als ten huize van de heer J.J.
de Graaff in de Magdalenastraat. Tevens was er
voor liefhebbers gelegenheid de kunst van het
fotograferen bij hem te leren. De dertienjarige
Ernst Ferdinand van Wedel, afkomstig uit Gum-
mersbach, trok in 1866 bij Bauer in als leerling.
Twee jaar later vertrok hij uit Goes.
Of de onenigheid met Hochart was bijgelegd is
niet bekend, maar in maart 1867 werkte Bauer
weer in het atelier in de Prins van Oranje. Het
was echter van korte duur, want in oktober
opende hij een nieuw atelier in de Lange Kerk
straat C 9. Tijdens een korte afwezigheid van
Bauer 'kraakte' de meubelverkoper J.J. Quist
(Steenbergen 1846 - Amsterdam 1918) de woning
van Bauer en prees zich van daaruit aan als foto
graaf. Bauer opende daarop in mei 1869 een
nieuw atelier in de Lange Kerkstraat C 28, bij
schoenmaker De Witte. Hij hoopte dat hij de
gunst en het vertrouwen van de afgelopen vier
jaar, ondervonden door een accurate werkwijze,
mocht behouden. Quist had het vak geleerd in het
atelier van J.P. Cornelissen, fotograaf te Rotter
dam. Cornelissen beval Quist aan voor het maken
van portretten, topografische gezichten en derge
lijke. Waarschijnlijk heeft Bauer voornamelijk op
het gebied van cartes de visite concurrentie
ondervonden van Quist. De Parijse fotograaf Dis-
De fotograaf Bauer
1