opstand gaan er circa 200 schepen per jaar voor
anker in Arnemuiden, waarbij 1493 de grote uit
schieter is met ruim 230 schepen. Ook voor de
Filips de Schone, geschilderd door de zogenoemde meester van
de legende van Magdalena.
Zegels en contra-zegels van Filips de Schone, graaf van Hol
land en Zeeland en koning van Spanje, en het secreet-zegel
van hem en koningin Johanna. Kopergravure. ZA, ZG, ZI,
III-712.
visserij had de onrust op zee grote effecten. In de
jaren 1488-1489 zijn er meerdere malen periodes
geweest waarin de vissersvloten van de verschil
lende grafelijke steden niet uitvoeren. Een derde
tak van de economie die sterk terugliep was het
verbouwen en importeren van graan. De combi
natie van beperkte import vanwege de dreiging
op zee, het slechte weer in deze jaren en plunde
ringen op het land van Zeeland, zorgde voor
tekorten en hoge prijzen. Om de tekorten tegen te
gaan, werd een uitvoerverbod van graan uit het
gewest ingesteld.
Bescherming
Om handels- en vissersschepen te beschermen
tegen kapers had men grofweg drie keuzes. De
partijen konden een 'stilsate', een bestand, sluiten
waarbij ze beloofden andermans schepen met rust
te laten. Volgens hetzelfde principe werkten de
'saufconduiten', vrijgeleiden. Deze werden door de
vissers en handelaren op eigen initiatief gehaald
bij een vijandige vorst en moesten de garantie
geven dat hun schepen niet zouden worden over
vallen. Van heel andere aard was het inhuren van
konvooischepen, die de vissers en handelaren
moesten beschermen op hun reis. Aan alle drie de
methodes zaten natuurlijk haken en ogen. Het
inhuren van konvooischepen was vooral voor
vissers bijzonder duur. Over het algemeen werden
de kosten van de konvooiering namelijk via pont-
geld en lastgeld op hen verhaald. Dit waren
belastingen die geheven werden op de binnenge
komen schepen en de lading die ze vervoerden.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat vissers en
handelaren veel eerder probeerden aan te dringen
op een bestand of een vrijgeleide probeerden te
verkrijgen. Deze papieren oplossingen hadden
echter alleen nut als beide partijen de afspraken
niet schonden. Mocht dit wel het geval zijn, dan
stond een visser of koopman letterlijk met lege
handen. Daarnaast was er een derde groep die
zich in welk conflict dan ook überhaupt weinig
aantrok van welke belofte of welk papier dan ook:
de piraten.
De inzet van deze drie middelen lag van ouds
her bij de Staten. De interne verdeeldheid in Zee
land zorgde er echter voor dat zij niet effectief
konden optreden. Er was slechts sprake van voor
zichtig overleg met de heerlijke steden. De Staten
van Holland zochten in 1488 en 1489 meerdere
Die van der Sluy: