Sj ef van jongen
trs vajvQIU5 CohfEcnoHEOv Uofcuo
De Oosterhoutse snoepfabrikant Smits-Van Gils bracht een Sj ef
van Dongen Ice Peppermint op de markt. Foto uit: Van Dijk,
Sjef van Dongen.
op te zoeken. De twee mannen met één slede en
een aantal honden hadden net genoeg proviand
voor zichzelf. Dat ze op die manier een groep van
negen personen van het ijs hadden moeten redden
was een even absurde als onmogelijke onderne
ming waar ze kennelijk niet over hadden nage
dacht. Zodra Sora en Van Dongen het ijs betraden
was van een reddingsactie dan ook geen sprake
meer; ze moesten zelf gered worden, ook al wis
ten ze nog wel de van god verlaten plaats te
bereiken waar de zeppelin zou zijn neergestort.
Ze hielden zich aanvankelijk in leven met het
doden en opeten van hun sledehonden. Met meer
geluk dan wijsheid wisten ze een eilandje te
bereiken waar ze een dag nadat de overlevenden
van de Italia waren gered, alsnog werden opge
merkt door twee Zweedse piloten. Ze konden wor
den opgepikt en werden met het vliegtuig aan
boord van de Citta di Milano teruggebracht. De
ramp met de Italia kostte zestien mensen het
leven, evenveel redders als expeditieleden, waar
mee beide operaties als jammerlijke mislukkingen
de boeken in konden.
In Nederland werd Sjef van Dongen echter als
een held beschouwd. Journalist Schiphorst van
het geïllustreerde tijdschrift Het Leven rook zijn
kans en reisde naar Tromso, de nieuwe held tege
moet. Niet lang daarna werd Van Dongen - in
pyjama zwaaiend vanuit het openstaande raam -
door duizenden begroet op het Rotterdamse
Maasstation. Hij verkocht zijn naam aan Liga en
onder verwijzing naar de kersverse poolheld werd
Ice Peppermint op de markt gebracht. Schiphorst
zorgde er als co-auteur - want Van Dongen dic
teerde de teksten - voor dat nog datzelfde jaar het
relaas van de reddingstocht en het verblijf op
Spitsbergen werd gepubliceerd. Juist voor Sinter
klaas verscheen Vijfjaar in ijs en sneeuw. Dit
boek werd nog gevolgd door het jeugdboek Een
Hollandsche jongen in het hooge Noorden.
In plaats van in te gaan op het aanbod van de
firma Nespico voor een royale studiebeurs van
2.400 gulden per jaar - iets dat Van Dijk wel
meldt, maar De Kluyver niet - stortte Sjef zich in
het lezingencircuit en na verloop van tijd kreeg
hij een betrekking aangeboden als vertegenwoor
diger bij koekjesfabrikant Liga. Ondertussen
begon er kritiek te komen op Van Dongens
behandeling van de poolhonden tijdens de
spraakmakende reddingsactie. De beschuldigin
gen bleken al snel ongefundeerd, maar het
vreemde is dat Sjef ze weerlegde met leugens. En
hij bleef liegen.
In 1929 ontmoette hij op een van zijn reizen
als Liga-vertegenwoordiger in Oostburg Sylvia
Bonte. Ze trouwden en tot 1933 bleven ze bij Sjefs
ouders in Vught wonen. Sjef knoopte ondertussen
banden aan met Wouter Lutkie, een voormalige
priester die nauwe contacten onderhield met Mus
solini en het Italiaanse fascisme steunde. Hij
werd, zij het kortstondig, lid van de fascistische
ANFB, een middenstandspartij die overigens fel
tegen rassenpolitiek was. Inmiddels naar Oost
burg verhuisd verzweeg Sjef dit kortstondige ver
leden toen hij zich in 1943 bij de OD aanmeldde.
Na de oorlog zou hij heldenverhalen ophangen
over zijn deelname aan een overval op het distri
butiekantoor in Oostburg, het bieden van onder
dak aan onderduikers, een daarmee verband hou
dende vlucht voor de Duitsers en een bomaanslag
door de Duitsers op zijn woning (in feite een
luchtaanval door de Engelsen), terwijl zijn rol in
de betrekkelijk korte periode tot aan de bevrij
ding in feite zeer bescheiden was geweest. Direct