Zeeland 25.3
vanzelfsprekend - bezig met het huishouden en
de opvoeding van de kinderen. Over deze kinde
ren is nog minder bekend dan over vrouwen zelf.
Voor de kinderen die er waren was een onderwij
zer beschikbaar, maar omdat de kolonie groot was
en er slechts één onderwijzer was aangesteld, is
het waarschijnlijk dat lang niet alle kinderen van
kolonisten toegang hadden tot onderwijs. Over
hun kinderen schreven de kolonisten maar wei
nig in hun brieven naar familie en vrienden.
Sarah van Scharphuisen schreef over haar half
jaar oude zoontje Johan dat het een "olijk kind"
was, maar dergelijke opmerkingen zijn uitzonder
lijk.
Over de zorg voor kinderen lezen we verder
indirect, zoals in een brief van de koopman Jan
van Ruijven, die een handelscontact vroeg om
meisjes- en jongensschoenen te sturen voor zijn
kinderen. De schoenen voor de meisjes moesten
fatsoenlijke hieltjes hebben, niet te hoog maar
zeker ook niet te laag. Voor zijn vrouw en kinde
ren bestelde hij verder nog stukken lint, en daar
bij sloot hij af met het verzoek om nog wat klei
nigheden voor hen te sturen, zoals wat poppen
goed voor zijn dochter Saartje.
Rode en zwarte slaven
Ondanks hun klachten over een gebrek aan voed
sel en luxeproducten hadden de Europese inwo
ners van Suriname een geprivilegieerde positie.
Velen van hen hadden vrijwillig gekozen voor
een koloniaal bestaan met de bijbehorende onze
kerheid. Voor de vrouwen wier vrijheid was ont
nomen en die gedwongen arbeid verrichtten op
plantages en in stadshuishoudens, was dit van
zelfsprekend anders. De kolonisten maakten
gebruik van zowel inheemse als Afrikaanse vrou
wen, hoewel de rollen van deze vrouwen ver
schilden. De bronnen die wij over hun leven heb
ben zijn nog beperkter dan de bronnen die we
hebben over en van de Europese vrouwen in
Suriname, terwijl er juist veel meer Afrikaanse
dan Europese vrouwen in de kolonie woonden. De
zeventiende-eeuwse informatie is slechts overge
leverd door Europese bronnen. Desondanks is het
mogelijk een voorzichtig beeld te schetsen van de
positie van onvrije vrouwen in de koloniale
samenleving.
Het is niet duidelijk of men in Suriname eerst
exclusief gebruik maakte van inheemse arbeid of
dat de Engelsen vanuit Barbados direct Afri
kaanse slaven meenamen. Het is wel bekend dat
Engelsen al ruim voor de Nederlandse overname
van de kolonie inheemse mensen tot slaaf maak
ten en op hun plantage lieten werken. Zij noem
den hen domestics, wat aangeeft dat ze voorna-
Brief geadresseerd Veersestraat, Veere: "Mon.r Monseur Carel
Abramsen inde Veersse strate tot der Vere." National Archives,
Kew, Londen, in de High Court of Admiralty papers (HCA 30,
inv.nrs. 227 en 223).
melijk in het huishouden tewerkgesteld werden.
De Nederlanders gingen hiermee door. Door hen
werden de inheemsen ook wel "rode slaven"
genoemd, om hen te onderscheiden van de
"zwarte slaven" die vanuit Afrika naar de kolonie
werden gebracht.
De taken van deze inheemse slaven waren
duidelijk verdeeld op basis van sekse, hoewel bij
zowel mannen als vrouwen gebruik werd
gemaakt van hun uitgebreide kennis van het
gebied rond de Surinamerivier. De mannen wer
den erop uitgestuurd om te vissen en te jagen en
moesten helpen bij het navigeren en het peddelen
van kano's. Vrouwen daarentegen werden tewerk
gesteld op de kleine stukken grond waar voedsel
werd verbouwd en zij moesten hun kennis inzet
ten om het cassavebrood te maken voor de plan
tagebewoners. De kennis van voedselvoorziening
bij de inheemse bevolking van Suriname was
essentieel voor de kolonisten. Een vrouw die net
was aangekomen in de kolonie en onderweg was
!eeuws Suriname