haven. De krimp in de Zeeuwse steden ging zo ver dat het ook gevolgen had voor de bebouwing. Er werd veel gesloopt, wat terug te zien is op de historische stadsplattegronden. Naar de groei van steden is veel onderzoek verricht, ook naar de vormontwikkeling van de plattegrond, het zoge- graaf Jacob van Deventer uit 1560. Op deze kaart is reeds te zien dat er de nodige open ruimte is tussen de bebouwde delen. Mogelijk is de morfo logie van de stad hier dus al aangetast door een eerdere periode van krimp. Aangezien de groei van Zierikzee al halverwege de vijftiende eeuw Plattegrond van Zierikzee door Johan Blaeu, 1649. Uit: J. Blaeu, Tooneel der steden van de Vereenighde Nederlanden, met hare beschrijvingen, Amsterdam. heten morfologisch onderzoek. Over het tegen overgestelde proces is echter aanzienlijk minder bekend. De opeenvolgende plattegronden van de Zeeuwse havensteden in de zestiende tot en met begin negentiende eeuw vragen dan ook om een nadere bestudering. Is er verschil te zien in de aantasting van deze twee Schouwse steden? Waar verdween bebouwing en waar juist niet? Zierikzee Van de stad Zierikzee zijn in de onderzochte peri ode een aantal stadsplattegronden beschikbaar. De oudst bekende plattegrond is die van carto- was gestagneerd, is dit niet onwaarschijnlijk. De grote stadsbranden in 1414, 1458, 1466 en 1526 hadden hun tol geëist, naast de pestepidemieën die de stad hadden geteisterd.13 De stadsbrand van 1458 had het zuidelijke deel van de stad verwoest, inclusief het Begijnhof en het predikherenkloos- ter, terwijl in 1466 een derde van de huizen was verbrand.14 De pestepidemie van 1518 bijvoor beeld had 3.200 inwoners het leven gekost, terwijl bij de stadsbrand in 1526 van de circa driehon derd huizen er 125 in de as waren gelegd.15 Met een teruglopende economie zullen zulke verliezen ongetwijfeld niet direct zijn hersteld. In 1649 tekende Johan Blaeu een nieuwe 156 Stedelijk verva

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2016 | | pagina 20