Zierikzee: verdwenen bebouwing 1696-1822. Afbeelding
auteur.
Zierikzee: verdwenen bebouwing 1560-1822. Afbeelding
auteur.
plaatsgemaakt voor doorlopende tuinpercelen
vanaf de bebouwing aan de zuidkant van het
bouwblok. Hier en daar staat nog wel een opstal,
maar dit betreft dan schuren in plaats van
woningen. De percelen langs de Oude Haven wer
den dus steeds groter, wat lijkt op een toename
van welvaart, maar in werkelijkheid kon deze
schaalvergroting alleen plaatsvinden door afge
nomen druk op de huizenmarkt en verminderde
grondwaarde van de percelen in deze stadsdelen.
Hoe ernstig de waardedaling was, blijkt uit de
stadskroniek, die spreekt van huizen die in de
zestiende en zeventiende eeuw werden verkocht
voor twintig a dertig gulden, terwijl ze eerder
honderden ponden Vlaams opbrachten.21
In stadsdeel D, waar eveneens vermogende bur
gers woonden, vond ook samenvoeging van per
celen plaats. Hier werd minder afgebroken, maar
twee of drie pandjes werden gekoppeld tot één
woning. Vaak werd de samenvoeging voltooid
door er een doorlopende gevel voor te plaatsen.
Het is bekend dat de schaalvergroting in dit
stadsdeel plaatsvond omdat veel van deze in de
achttiende eeuw gekoppelde woonhuizen nog
bestaan. Goede voorbeelden daarvan zijn de
woonhuizen Havenpark 40 en Poststraat 48.22
Bij de beschrijving van de vorige analyse-
kaart werd al gemeld dat stadsdeel E geen aantas
ting laat zien. Ook in de periode 1649-1696 is dit
weer het geval. Inmiddels was de Nieuwe Haven
in gebruik genomen met de aanleg van een kade
langs de zuidrand van de stad. De ambachtslieden
zorgden in dit stadsdeel nog steeds voor een sta
biele bevolkingsdichtheid. Deze bewoners trokken
richting de stad, terwijl de rijkere burgers die aan
de internationale handel gelieerd waren, Zierik-
zee juist de rug toekeerden. Zo vonden op korte
afstand van elkaar twee tegenovergestelde pro
cessen plaats in de stad.
De derde kaart die geschikt is voor een verge
lijking, is de kadastrale kaart uit 1822. Inmiddels
had de achteruitgang van de stad definitief door
gezet, waar vooral de Vijfde Engelse Oorlog tus
sen 1780 en 1784 debet aan was.23 In 1750 had
het inwoneraantal zich nog op een hoogtepunt
van 10.500 bevonden.24 Bij de opgave van 1795
waren er nog maar zesduizend. De bevolkings-
krimp had uiteraard geen een-op-eeneffect op de
stadsplattegrond. Eer verlaten panden werkelijk
verdwenen, konden ze jaren leegstaan en verval
len. In verschillende Zeeuwse stadskronieken
wordt de ernst van deze leegstand beschreven.
Het had uiteraard geen voordelige gevolgen voor
de aanblik van de stad. De grootste kaalslag in de
bebouwing zou pas in de verdere loop van de
negentiende eeuw plaatsvinden. Deze aantasting
is echter buiten beschouwing gelaten omdat zich
in deze eeuw in veel steden in het land gelijk
soortige processen voltrokken. De focus ligt hier
op de typisch Zeeuwse stedenkrimp.
Op deze analysekaart is wel te zien dat er
enkele gaten in stadsdeel A zijn gevallen. Dat is
opvallend, omdat dit de stadskern was met de
oudste bebouwing. Uit de kadastrale gegevens
blijkt echter dat op de leeggekomen percelen
voornamelijk aan internationale handel gelieerde
158
Stedelijk verva