Zeeland 25.4
burgers waren gevestigd. In veel van de blijvende
bebouwing waren andere stedelijke functies,
zoals het stadhuis en de vleeshal, maar ook
andere vermogende burgers ondergebracht.
Op de kadasterkaart van 1822 zelf is nog een
interessant proces zichtbaar. Uit de bijbehorende
Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel blijkt dat er in
de welvarende stadsdelen volop werd gesloopt en
grond braak lag. Tegelijkertijd was de bewoners
dichtheid in de volksbuurten veel groter. Blijk
baar kwamen de leegstaande panden van rijke
burgers niet beschikbaar voor de lagere klassen
van de bevolking. Deze opmerkelijke scheiding
was ook in andere Zeeuwse krimpende steden te
zien, zoals in Veere.
Om een totaalbeeld van de krimp in Zierikzee
te krijgen, zijn de vier analysekaarten samenge
voegd in een plattegrond. Nu is goed te zien hoe
veel bebouwing er is verdwenen. Ook is nu goed
waarneembaar dat de oude stadskern, waar zich
ook de oudste structuur en bebouwing bevond,
vrijwel intact is gebleven. Ook de groeiende
volksbuurt in deel E valt op. Zo konden nieuwe
functies, zoals de opkomende regionale handel,
maar ook oude stedelijke functies voor meer sta
biliteit in de stadsmorfologie zorgen. De meeste
aantasting vond plaats in de welvarende buurten
van Zierikzee, de stadsdelen waar ook de meeste
uitloop van bevolking had plaatsgevonden.
Bijzonder is dat dit nog steeds is te zien in de
huidige stadsplattegrond van Zierikzee: de ver
schillende structuur in smalle straten en percelen
in het zuidelijke deel van de stadsplattegrond,
tegenover de toch al grotere percelen in het noor
delijke deel van de stad, die ook nog eens werden
samengevoegd. De stadsdelen C zijn op alle
getoonde kaarten in gebruik als bouwland en
weiden. Waar veel Hollandse steden al in de
zeventiende eeuw uit hun jasje groeiden en stads
uitbreidingen plaatsvonden, was het in Zierikzee
in de twintigste eeuw nog mogelijk nieuwe woon
wijken binnen de middeleeuwse stadswallen aan
te leggen.
Brouwershaven
Van Brouwershaven is minder kaartmateriaal
beschikbaar dan van Zierikzee. Toch is de verge
lijking goed mogelijk, doordat de twee beschik
bare plattegronden een grote tussenliggende peri
ode overbruggen. De verschillen tussen de kaart
van Jacob van Deventer uit 1560 en de kadastrale
kaart uit 1813 zijn dan ook groot. Er is een aan
zienlijke afname van de bebouwing te zien.
Daarom is het de moeite waard ook deze kaarten
nader te bekijken.
In de zeventiende eeuw werden er al veel lang
Plattegrond van Brouwershaven door Jacob van Deventer,
1560. Uit: C. Koeman e.a., De stadsplattegronden van Jacob van
Deventer. Map 7, Nederland: Zeeland, Alphen aan den Rijn.
leegstaande en ernstig vervallen huizen afgebro
ken in Brouwershaven.25 Ook rampen gingen het
stadje niet voorbij; zo ging bij de stormvloed van
16 januari 1682 het grootste deel van de bebou
wing langs de Spuidijk verloren. Rond 1625 telde
het stadje nog ongeveer zeshonderd huizen. In
1753 vermeldt uitgever Isaac Tirion (1705-1765)
dat er nog slechts duizend inwoners resteren, ver
deeld over 306 huizen.26 Op de kadasterkaart van
1813 staan nog slechts zo'n 180 huizen en wonen
er nog 730 burgers in het stadje.27
De analysekaart van de periode 1560-1813
laat zien dat vooral aan de randen van de stad
een grote hoeveelheid panden is verdwenen. De
stadsdelen A en B bezaten samen de oudste
bebouwing van Brouwershaven. De krimp was
hier minder, maar er zijn verschillende gaten in
de bebouwing zichtbaar.
Evenals in Zierikzee is op de zestiende-
eeuwse kaart te zien dat rond de haven gesloten
bouwblokken liggen. In stadsdeel C, ten noorden
van de haven, is aantasting van deze percelen
zichtbaar. De huizen aan de achterzijde van de
bouwblokken, gezien vanuit de haven, waren in
■nrftiAU
stedelijk verval