Conclusie
Uit de vergelijking van het opeenvolgende kaart
materiaal van Zierikzee en Brouwershaven blij
ken enkele duidelijke verschillen. In Zierikzee
werd de teloorgang van de internationale handel
redelijk opgevangen door de herleving van de
Nieuwe Haven als regionale handelshaven met
bijbehorende nijverheid. Dit trok nieuwe bewo
ners naar de stad, die echter geen kans zagen de
grote en vaak leegstaande panden van de ver
trokken handelaren te bemachtigen. De arbei
derswijk van Zierikzee bood uitkomst. Het groot
ste deel van de vrijgekomen luxe bebouwing werd
afgebroken en het perceel als tuin bij het buur-
pand gevoegd. Een deel van de welgestelde bevol
king was gebleven en had werk gevonden in
andere stedelijke functies, die Zierikzee bezat
doordat het een regionaal centrum was gebleven.
Ook vond veel samenvoeging van panden plaats
tot een groter woonhuis. Door de dalende grond
waarde zullen deze achtergebleven rijkere inwo
ners hun kansen hebben waargenomen.
Brouwershaven miste de buffer die Zierikzee
wel had. Er resteerden vrijwel geen rijke burgers
en het grootste deel van de grote woonhuizen
verdween dan ook. Ook de nijverheid die een
functionerende handelshaven met zich meebracht
was grotendeels verdwenen, waardoor ook voor
ambachtslieden in deze stad weinig meer te doen
was. Er vond hier dan ook een grotere kaalslag
plaats. De stichting van Brouwershaven in 1285
was behoorlijk eenzijdig op de internationale
handelshaven gericht. Het vormde, letterlijk, de
centrale bron van inkomsten in het stadje. Door
het wegvallen van deze welvaartsbron bleek er te
weinig om op terug te vallen voor het stadje,
zodat de morfologische aantasting hier veel gro
ter kon worden. Het enige dat het stadsbestuur
nog leek te kunnen bewerkstelligen, was het
beschermen van het stadsbeeld rond de haven.
Noten
1. P. Henderikx, Land, water en bewoning. Waterstaats- en
nederzettingsgeschiedenis in de Zeeuwse en Hollandse
delta in de Middeleeuwen. Hilversum 2001, p. 71.
2. Henderikx 2001, p. 90.
3. P. Brusse, Gevallen stad:stedelijke netwerken en het plat
teland. Zeeland 1750-1850. Zwolle/Utrecht 2011, p. 93.
4. Henderikx 2001, p. 70.
5. Henderikx 2001, p. 86.
6. R.L. Koops e.a., Brouwershaven 700jaar. Brouwershaven
1985, p. 9.
7. R. Rutte, 'Landschap vol steden. Over het ontstaan van
de Nederlandse steden en hun plattegronden van de
elfde tot de vijftiende eeuw', in: OverHolland 2 (2005),
p. 82.
8. R. Rutte, 'Vierhonderd jaar stadswording in het mon-
dingsgebied van de Schelde. Ruimtelijke patronen en
handelsstromen in de zuidwestelijke delta', in: OverHol
land 12/13 (2013), p. 108.
9. Koops e.a. 1985, p. 9.
10. M.E. Jansen-Glas, Geschiedenis van Brouwershaven.
Brouwershaven 1990, p. 7.
11. Henderikx 2001, p. 88. De aanwezigheid van getijdemo
lens duidt op de aanwezigheid van een spuisysteem.
12. P. Brusse en W. Mijnhardt, Geschiedenis van Zeeland.
DeelII, 1550-1700. Zwolle 2012, p. 100.
13. R. Stenvert, Zeeland. Zwolle 2003 (Monumenten in
Nederland, 9), p. 274.
14. J. de Kanter, Chronyk van Zierikzee. Zierikzee 1795, p. 39.
15. P.J. Huijbrecht, Verdwenen havens van Zeeland. Een
historisch-geografische verkenning. Zierikzee 2006, p.
85.
16. Huijbrecht 2006, p. 85.
17. Huijbrecht 2006, p. 83.
18. R. Meischke e.a., Huizen in Nederland. Deel3, Zeeland
en Zuid-Holland; architectuurhistorische verkenningen
aan de hand van het bezit van de Vereniging Hendrick de
Keyser. Zwolle 1997, p. 246.
19. H. Uil, Zierikzee. Stad met vele gezichten. Goes 1996, p.
39.
20. Stenvert 2003, p. 275.
21. De Kanter 1795, p. 39.
22. F. Jilleba, Het oude Zeeuwse woonhuis. Zutphen 1983, p.
19.
23. Stenvert 2003, p. 275.
24. Brusse 2011, p. 36.
25. Koops e.a. 1985, p. 76.
26. Jansen-Glas 1990, p. 17.
27. Koops e.a. 1985, p. 76.
28. H.A.W. van de Garde e.a., Kadastrale atlas van Zeeland
1832. Deel3. Brouwershaven. Middelburg 1999 (Serie
Schouwen-Duiveland, 3), p. 29.
29. Koops e.a. 1985, p. 76.
30. Van de Garde e.a. 1999, p. 29.
31. Jansen-Glas 1990, p. 10.
162
Stedelijk verva