Zeeland 25.4
75
Ruud Paesie, Slavenopstand op de Neptunus. Kro
niek van een wanhoopsdaad, De Walburg Pers,
Zutphen 2016, 160 pp., ISBN 978-94-62491-30
4. Prijs 19,95
De slavenhandel over de Atlantische Oceaan tus
sen 1500 en 1880 is het best bestudeerde onder
deel van het maritieme personenvervoer in de
vroegmoderne tijd, want over het transport van
Europeanen naar de Nieuwe Wereld is veel min
der bekend. Dat lijkt merkwaardig, maar dat is
het niet. De slavenhandel vervoerde namelijk
personen voor wie aanzienlijke bedragen waren
neergeteld, en als om het geld gaat in onze Wes
terse cultuur wordt daar altijd nauwkeurig boek
van gehouden. Daarom kunnen wij met grote
nauwkeurigheid zeggen hoeveel slaven er in
Afrika zijn ingekocht, hoeveel er levend in de
Nieuwe Wereld zijn aangekomen en hoe hoog de
sterfte aan boord is geweest.
Waar de toenmalige boekhouding niet direct
een antwoord op geeft, is op de vraag of de sla
venhandelaars winst of verlies maakten. Het ziet
ernaar uit dat de winstgevendheid van de Neder
landse slavenhandel iets beter was dan die van de
verlieslatende Franse handel, maar zeker niet zo
goed als van de Engelse slavenhandel. De suiker
uit de Nederlandse Cariben genoot geen bescher
ming en de planters daar moesten op de Neder
landse afzetmarkt opboksen tegen de concurren
tie uit vreemde koloniën. Daardoor verdienden ze
minder en dat beperkte hun mogelijkheden om
slaven te kopen en daarom waren de meeste
Nederlandse slavenhandelsrederijen maar klein
en leden ze vaak een kort en kwakkelend bestaan.
Toch waren er steeds weer ondernemers en
beleggers die een kansje wilden wagen. Mocht
alles meezitten, zoals de duur van de reis, de
sterfte onder de slaven, de verkoopprijzen en de
prompte betaling van de uit de West meegenomen
cheques, koffie en suiker, dan en alleen dan kon
een slavenreis voor de reder winst opleveren. Na
1773 kwam er aan een van die voorwaarden een
eind, want veel planters in Suriname waren in
financiële moeilijkheden geraakt omdat ze door
de dalende suikerprijs de hoge hypotheeklasten
niet meer konden opbrengen. Vandaar dat de
omvang van Nederlandse slavenhandel als enige
in het laatste kwart van de achttiende eeuw
afnam, en dat effect werd nog versterkt door de
Vierde Engelse Oorlog (1780-1784), waarin veel
Nederlandse rederijen hun slavenschepen in
Engelse handen zagen vallen.
Na 1784 werd de Nederlandse slavenhandel
mondjesmaat hervat. Veel Zeeuwse slavenschepen
zetten koers naar de kleine buurkolonies van
Suriname, Essequebo en Demerarij, waar ze min
der belasting hoefden te betalen dan de Hollandse
concurrentie. Een van die schepen was de Neptu-
nus uit Zierikzee.
In ongeveer 150 bladzijden weet Ruud Paesie
de eerste delen van de reis van de Neptunus te
reconstrueren. Hij geeft ons inzicht in de han
delsvaart van Zierikzee, in de financiering van
het schip en de lading, het assortiment ruilgoede-
ren voor de aankopen in Afrika en het aanmon
steren van de bemanning. Wat opvalt in de
instructie aan de kapitein is de bepaling dat deze
op de Afrikaanse kust eerst ivoor en stofgoud
moest inkopen, misschien ook een paar vrouw-,
meisjes- en jongensslaven, maar pas later de
meest gevraagde categorie, de manslaven. Ook
was het de kapitein niet toegestaan om slaven
van Europese handelaren op de kust te kopen
vanwege de hoge commissie. Het is duidelijk dat
de reders geen idee hadden hoe fel de concurren
tie onder de slavenhalers wel was op de Afri
kaanse kust. Elke beperking om aan slaven, en
vooral mannelijke slaven, te komen verlengde de
inkooptijd en dus de kans op winst.
De Neptunus kwam niet verder dan de Afri
kaanse kust, want juist toen het schip aan de
oversteek wilde beginnen, brak er een opstand
onder de slaven uit. Dat was overigens niets bij -
zonders, want op elke slavenreis waren er wel een
paar onregelmatigheden. Dat was geen wonder,
want twee- tot driehonderd slaven moesten
maandenlang in bedwang gehouden worden door
twintig tot dertig zeelieden, die ook nog het schip
moesten zeilen en bovendien vaak verzwakt
Boekbesprekingen