Schilderijen worden voor landschapshistorisch onderzoek nog relatief weinig gebruikt. Toch kunnen ze veel vertellen over het landschap in het verleden. Ik leerde dat bij het werken aan de tentoonstelling 'Holland op z'n mooist' vorig jaar in het Gemeentemuseum Den Haag en het Dor- drechts Museum. Daar bleken de schilderijen van de Haagse school een schat aan informatie te bevatten over het in hoog tempo veranderende Nederlandse landschap van eind negentiende eeuw. Zeker de kleine panelen die de schilders buiten maakten, bieden een getrouwe weergave van het toenmalige landschap (ook in dit boek vinden we dergelijke schilderijtjes, zoals 'Terrasse Zoutelande I' van de Rus Sologoub). Maar ook de grote, alhoewel in het atelier gemaakte werken laten veel zien van het landschap van vroeger.1 Het boek Naar Zeeland! toont dat opnieuw aan. Het laat ons het Zeeuwse landschap zien zoals dat deels verdwenen is maar desondanks nog altijd heel herkenbaar is. Het keurig verzorgde boek nodigt in de eerste plaats uit tot bladeren en kijken, mede door de vele en vaak grote kleurenfoto's. Na een inleidend hoofdstuk over landschapsschilderkunst in Zee land passeren zestig schilderijen de revue, min of meer chronologisch geordend naar geboortejaar van de kunstenaar en beschreven volgens een vast patroon. Op de linkerbladzijde vinden we een korte biografie van de kunstenaar en een duiding van het schilderij, terwijl op de rechterpagina het doek is afgebeeld. Het boek voert ons in vogelvlucht langs twee eeuwen landschapsschilderkunst in Zeeland, van Jan Arends (geboren in 1738) tot Theo Voorzaat (1958). Het roept wel gelijk de vraag op of er geen jongere kunstenaars zijn die het Zeeuws land schap verdienstelijk hebben vastgelegd... De nadruk ligt op de twintigste eeuw: 45 van de zestig schilderijen komen uit deze periode. Negen doeken zijn van voor 1900 en zes zijn ont staan na 2000. Ruim dertig schilderijen komen uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Dat is niet voor niets, want Beenhakker legt ons in de inleiding uit dat in deze tijd vele kunstenaars hun weg wisten te vinden naar het Zeeuwse, interes sant genoeg ook vanuit het buitenland. Veere ontwikkelde zich tot een heus kunstenaarsstadje. Beenhakker noemt de periode 1900-1940 niet voor niets het hoogtepunt van de Zeeuwse land schapsschilderkunst. Juist de schilderijen uit deze bloeiperiode tonen het Zeeuwse landschap voor de overstro mingen en vernielingen van 1944 en 1953. Ik zie hoogstamboomgaarden met bloemrijke weiden, knotbomenrijen langs het water, rijen iepen, moestuinen met oude houten landhekken en onverharde wegen. Kleine maar zeer karakteris tieke elementen in het Zeeuwse landschap, die zo geruisloos verdwenen zijn in de tweede helft van de twintigste eeuw. Het maakt de lezer van het boek toch wat melancholiek en dat is misschien ook de bedoeling. Omdat de auteur van bijna alle doeken heeft uitgezocht waar ze geschilderd zijn, refereert hij met enige regelmaat aan de veelal ingrijpende veranderingen in het landschap van de desbetreffende plek. Beenhakker toont zich zowel in de biografieën van de kunstenaars als in de beschrijving van de schilderijen een goed geïnformeerd auteur. En passant geeft hij ook nog historische gegevens over de afgebeelde landschappen en gebouwen. Ondanks - of dankzij? - de hoge informatiedicht heid lezen de teksten zeer prettig. In de inleidende tekst mis ik wel wat meer algemene inzichten. Zo ontbreekt het gedachte goed van Boudewijn Bakker. Diens monumentale boek over schilderkunst en landschap in de Nederlanden van de vijftiende tot en met de zeventiende eeuw plaatst de beroemde Neder landse landschappen in een logisch perspectief: zij waren niet een plotselinge, Hollandse uitvin ding maar gingen terug op Vlaamse voorbeel- den.2 Ook de Haagse school had een plek verdiend in het inleidende hoofdstuk. De vroege Neder landse navolgers van de school van Barbizon trokken aanvankelijk naar de bossen rondom Oosterbeek alvorens het Hollandse polder- en kustlandschap te 'ontdekken'. De onderwerpen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2016 | | pagina 41