2011), die opgroeide in het kleinschalige en rela
tief afgelegen Waarde. De heel kleine zelfstandi
gen aldaar, kleine boertjes en arbeiders met wat
land, waren er verdeeld in groepjes - waarschijn
lijk elkaar weleens overlappend - die elkaar het
jaar door hielpen met allerlei werkzaamheden die
een snelle voortgang vereisten, zoals de aardap
peloogst. Mol veronderstelde, maar zonder dat hij
dit met zekerheid wist, dat deze mensen met
elkaar zo vertrouwd waren dat zij ook in de
dorpspolitiek een en dezelfde keuze maakten. Niet
alleen nabuurschap maar ook conversatie tijdens
het werk moet hierbij van invloed zijn geweest.
Dat degene op wie zij stemden ook een informele
leider uit de eigen omgeving/buurt was, beweerde
Mol niet per se. Informeel leiderschap en vrije
lijsten speelden te Waarde nog tot in de jaren zes
tig een duchtig woordje mee in de gemeentepoli
tiek.16 Het was dus zaak om de meest gezagheb-
benden in zo'n groep samenwerkende mannen
'mee' te krijgen.
Van informeel leiderschap was ook wel sprake
binnen de groep landbouwers in een regio. Land
arbeiders vertelden mij dat vóór de Tweede
Wereldoorlog bij de bijeenkomsten op de Middel
burgse weekmarkt vooral de mening van vier
boeren extra gewicht in de schaal legde. Daarbij
noemde men de namen van Boone uit de Schorer
polder onder Ritthem, Maljaars van Cranesteyn
en diens gelijknamige achterneef van Duno te
Oostkapelle. De opinie van de vier vertoonde
blijkbaar enige consistentie, anders zou mij dit
niet nog in de jaren tachtig zijn verteld. Hier past
wel enige reserve: de drie genoemden brachten
ook vaak gezamenlijk een bod uit bij (land)verko-
pingen. Mogelijk waren mijn informanten, land
arbeiders, niet goed op de hoogte en verwarden
zij dit 'combineren' met informeel leiderschap.17
Relicten?
Nog lang na het teloorgaan van de band landbou
wer-landarbeider leefde een afgeleide daarvan
voort onder ploegjes arbeiders uit Tholen: één
arbeider die voor en namens zijn gelijken het
woord deed tegenover de aannemer, de uitvoerder
of welke op een karwei aanwezige partij dan ook.
Dit verschijnsel kwam voor tot ver in de twintig
ste eeuw18 en komt misschien nog wel voor. Het
moet een erfenis zijn uit de periode waarin losse
arbeiders groepsgewijs werk aannamen, eerst bij
boeren of polderbesturen, later bij de Heidemij en
De openbare lagere school en de Nederlands-hervormde kerk te Schore, ca. 1910. Prentbriefkaart, ZA, ZG, ZI, P05802.