Aanwinsten verzameling kunst en kunstnijverheid
Katie Heyning
In de laatste jaren heeft het Zeeuws Genootschap
een drietal belangrijke toevoegingen aan de verza
meling kunst en kunstnijverheid kunnen doen.
Een scheerdoek
Als eerste moet een bijzondere scheerdoek van
sits genoemd worden, die de familie Schorer het
Genootschap in april 2015 in bruikleen gaf. De
scheerdoek van 102 bij 107 centimeter dateert uit
de tweede helft van de achttiende eeuw en is
beschilderd met een band van florale motieven
met in het midden het wapen van de Schorers.
Het is een bijzonder stuk, dat alle aandacht ver
dient.
Sits - fijne beschilderde katoen voorzien van
een glimmende waslaag - werd door de Verenigde
Oost-Indische Compagnie vanaf de tweede helft
van de zeventiende eeuw in Nederland geïmpor
teerd en was vooral in de achttiende eeuw zeer
populair. Tegen 1690 verschenen in de Republiek
zelfs in sits gespecialiseerde textielwinkels die
driftig adverteerden met de waren die ze in huis
hadden. De populariteit was zo groot dat de VOC
ertoe overging jaarlijks vanuit het vaderland een
lijst van te leveren hoeveelheden en patronen
naar de Oost te sturen. De meeste stof kwam uit
India, van de oostelijke Coromandelkust waar de
VOC halverwege de zeventiende eeuw kantoren
had geopend.
De omstandigheden waaronder deze stoffen
vervaardigd werden, waren verre van ideaal.
Wouter Schouten, een chirurgijn in dienst van de
VOC, beschreef de sitsproductie in zijn Oost-Indi
sche Voyagie uit 1676 als volgt: "...hetgeen de
Coromandelkust beroemd maakt over de hele
wereld is dat daar de witste, fijnste en sierlijkste
katoenen lijwaten van heel Indië worden
gemaakt. Sommige met goud en zilverdraad door
schoten, zijn sneeuwwit en ragfijn. De gebloemde
katoenen lijwaten en stoffen zijn sierlijk en fraai
ogend en met veel verschillende keuren met mooi
gebladerte versierd. De eenvoudigste katoenen lij
waten, die vooral en in grote aantallen over de
wereld worden verstuurd, zijn doorgaans 50 el
Scheerdoek van sits, 1750-1775, met het wapen van Schorer. In
bruikleen van de Stichting Schorer Familiebezit. Zeeuws Museum,
i nv.nr. G15-001.
lang en buitengewoon breed. Scheepsladingen
van deze en andere stoffen en lijwaten van de
Coromandel worden naar andere landen ver
scheept tot verbazing van diegenen die niet weten
dat op sommige plaatsen wel vier tot vijf duizend
wevers wonen. Ik ben wel eens in hun kleine
donkere woningen geweest die eerder op hutten
en zwijnenstallen lijken dan op huizen voor deze
kunstenaars. Hun getouw is heel klein en
gemaakt van bamboe en riet, heel licht en kun
stig van makelij. Ik zag de getouwen in lage
kamertjes die drie of vier voet onder de grond als
kelders waren uitgegraven, waar de zwarte Coro-
mandelse wevers, met daglicht en lucht door
kleine gaten, in dit schermerduister lieten zien
wat een kunstenaars zij zijn. Niet alleen mannen
maar ook vrouwen kunnen in deze landen het
weefgetouw bedienen en zich daarmee op een
voudige wijze van hun levensonderhoud voor
zien."
Door mannen werd sits vooral als negligékle-
24
Kunst enlcunstnijvebhei