Zeeland 26.1
De auteurs in dit nummer
Turbo petholatus (Linnaeus 1758), veelal katten- of tijgerogen ge
noemd. Zeeuws Museum, ZG, Lijst Lafont van voor 1800, nr. 389.
er wel wat op lijkt, wordt ook wel met deze naam
aangeduid. Maar het gaat dan om het afsluit-
klepje van een ander soort slak, namelijk die van
de onder andere in de Middellandse Zee voorko
mende slak Bolma (Astraea) rugosa (Linnaeus,
1769). Behalve Mata Biak heten de operculums
ook wel ogen van Sint Lucia. Als amulet gedra
gen zouden ze helpen tegen het 'boze oog'.
Deze afsluitklepjes zijn ook in ons deel van de
wereld nog steeds zeer geliefd als versieringen in
ringen, hangers en oorhangers. Het was voor mij
een onverwachte leuke vondst in de collectie.
Hopelijk liggen er nog meer op mij te wachten.
Uit de lijst van Lafont van voor 1800, onder nr. 389.
A.J.L. Feldbrugge BA (1953) was docent ruim
telijke beeldende vorming aan de Hogeschool
Zeeland. Zij studeerde in 2015 af aan de Uni
versiteit van Gent (archeologie). Zij is conser
vator archeologie van het Zeeuws Genootschap
en bestudeert de collecties in het Zeeuws
Museum en bij de SCEZ.
Drs. V. Frenks (1956) studeerde Romaanse
talen en culturen aan de Rijksuniversiteit Gro
ningen, is werkzaam als publicist, onderzoeker
en tentoonstellingmaker voor culturele instel
lingen, met een speciale belangstelling voor
maritieme geschiedenis, tuin- en zeekunst. Zij
is conservator Zelandia Illustrata van het
Zeeuws Genootschap.
Ir. drs. J. Gestman Geradts (1951) studeerde
elektrotechniek aan de TU Delft. Hij was
docent nautische communicatie- en navigatie
middelen aan de Nautische Academie van Rot
terdam (thans STC). Hij publiceerde een groot
aantal artikelen over navigatiemiddelen en
over maritieme historie; hij is sterk geïnteres
seerd in oude kaarten en hun makers. Begin
2018 hoopt hij te kunnen promoveren aan de
Katholieke Universiteit Leuven op een biogra-
fie van de kaartmaker Cornelis de Hooghe
(1541-1583).
Drs. C.E. Heyning studeerde kunstgeschiede
nis in Leiden, is vanaf 1998 conservator kunst,
kunstnijverheid en historische voorwerpen van
het Zeeuws Genootschap en publiceerde veel
over de geschiedenis van Zeeland, onder meer
in dit blad. Zij is lid van de stuurgroep die de
activiteiten voor het 250-jarig bestaan van het
Genootschap voorbereidt.
H.W. Nijhuis (1945) studeerde aan de Rijks
kweekschool te Middelburg en was werkzaam
in het speciaal onderwijs. Hij is al jaren sterk
geïnteresseerd in naturalia en speciaal in de
malacologie. Hij is conservator malacologie
van het Zeeuws Genootschap.
Dr. J.P. Zwemer (1960) is freelance historicus,
schrijver en tekstcorrector (www.janzwemer-
schrijft.nl). Hij specialiseerde zich in de soci
ale, politieke en religieuze geschiedenis van
Zeeland in de negentiende en twintigste eeuw.
Momenteel werkt hij aan een biografie van
Jacob Hendrik Schorer (1760-1822).
't Is vol van schatten hier
31