naar het museum over te brengen, iets wat met
veel moeite gepaard is gegaan."3
Deze conciërge was Nico Schoolmeester. Hij
beperkte zich op het strand niet alleen tot het uit
spitten van de kistresten, maar maakte in 1921
ook een houtskooltekening met de positie van de
De Middelburgsche Courant van 7 april 1921
berichtte onder de kop "Een oude begraafplaats
aan de N.kust van Walcheren": "In de gisteravond
gehouden vergadering van het Genootschap was
o.a. aanwezig een oude eikenhouten plank, ver
moedelijk de bodemplank van een eeuwen-oude
Situatieschets van het veld op het strand achter Berkenbosch door N. Schoolmeester. ZA, ZG, 26-171, p. 67.
graven. Deze tekening dook onlangs op achter in
het inventarisboek van M. de Man en P.J. van der
Feen. Schoolmeester schetste de begrenzing van
de twee laatste paalhoofden, van het duin en de
zee, de hoog- en laagwaterlijn. Daarbinnen
onderscheidde hij door het aanbrengen van
zwart-witgradaties het zandstrand en de laagtes
waarin het water op de onderliggende kleigrond
bleef staan. In een van die laagtes vond hij de
resten van de grafkisten. Ook bijzonder is zijn
markering van een sloot die het grafveld scheidde
van een stuk akkerland met ploegsporen:
"beploegd bouwland, 10 a 12 vorens goed waar
neembaar".
Op de lijst met aanwinsten in Archief van dat
jaar staat de plank vermeld als: "1. Eikenhouten
bodemplank van een doodskist, gevonden en uit
gegraven door den concierge N. Schoolmeester,
einde Maart 1921, op het strand achter Berken-
bosch."4
lijkkist, benevens eenige brokstukken van een
menschelijk geraamte. Die stukken zijn afkomstig
van de ontdekking van de concierge van het
Genootschap den heer N. Schoolmeester die reeds
jarenlang die kust in onderzoek houdt en reeds
meermalen daar overblijfselen ontdekte. In de
vorige maand bevond hij nabij het strand vóór de
duinenrij, ter hoogte van Berkenbosch, dat door
het wegslaan van een stuk derrie, een oude
begraafplaats aan het daglicht was gekomen, die
althans bij eb droogvalt. Hij kon de aanwezigheid
van een aantal doodskisten vaststellen. Een voor
lopig onderzoek doet vermoeden dat men hier te
doen heeft met een bergraafplaats uit de zesde
eeuw, wellicht nog ouder. Vanwege de Prov.
Archeologische commissie is de ontdekking in
onderzoek genomen; en een meedeeling naar Dr.
Holwerda, den ervaren kenner van Nederland's
oudste geschiedenis, heeft tot gevolg gehad dat
een assistent van hem is overgekomen, om stel-
2
Grafkisten op het stran