Zeeland 27.1
ende digniteyten bij de Hoogh gemelte zijne loffe-
lijcke voorvaderen bekleedt'.12 Onder leiding van
Adriaan Veth, sinds 1658 raadpensionaris van
Zeeland, volgden de Zeeuwse Staten haar verzoek
en namen op 7 augustus eenparig het besluit tot
de designatie van de prins, zowel tot het kapitein-
en admiraalschap als tot de functie van stadhou
der en de waardigheid van Eerste Edele. Hij zou
deze ambten op zijn 18e jaar mogen aanvaarden.13
Het verzoek van Mary en het besluit van de
Staten van Zeeland werden vanzelfsprekend door
Johan de Witt verworpen. Wel toonden de Staten
van Holland zich op 25 september bereid de
opvoeding van Willem III ter hand te nemen, om
zo te voorkomen dat hij een pion werd van zijn
oom Karel. Er werd een educatiecommissie opge
richt, maar die was slechts een kort bestaan
beschoren. Toen Mary begin 1661 stierf, bleek
namelijk uit haar testament dat ze haar broer en
haar moeder tot voogden over haar zoon wilde
aanstellen. Volgens De Witt zou Willem III op
deze manier te veel door zijn Stuart-oom beïn
vloed kunnen worden. Zijn eis dat de Staten van
Holland tot oppervoogden zouden worden
benoemd werd zowel door Karel II als Amalia van
Solms, de oma van Willem III, afgewezen. Daarop
besloot De Witt het educatieplan te schrappen.
Een educatiecommissie kwam er opnieuw tij
dens de Tweede Engelse Zeeoorlog (1665-1667).
De nederlaag van de Nederlandse vloot bij Lowe
stoft in juni 1665 leidde tot een opleving van het
Orangisme, waarvan de aanhangers deze keer
konden rekenen op steun van de Engelse koning
Karel II. In maart 1666 wilden de Zeeuwse Staten
Willem III benoemen tot generaal van de cavale
rie en hem introduceren in de Raad van State om
'aldaer fondamentele kennisse van de gronden en
het beleyt van de gemeene landtssaken te mogen
bekomen'.14 Daar wilde De Witt niet mee instem
men, maar hij realiseerde zich wel dat er conces
sies aan de prins gedaan moesten worden om de
beweging ten gunste van Oranje te stoppen. Zo
werd er besloten tot de instelling van een nieuwe
educatiecommissie die Willem III in 'Hollandse
zin' zou moeten opvoeden. De Zeeuwse eis dat
Zeeland een aandeel kreeg in de opvoeding van
Willem III werd overigens niet gehonoreerd.15
Over de vraag welke plaats Willem III, die nu
als 'Kind van Staat' beschouwd werd, in het
staatsbestel moest krijgen, namen de Staten van
Holland op 5 augustus 1667 een besluit dat als
Eeuwig Edict de geschiedenis is ingegaan. Daarin
werd bepaald dat het stadhouderschap in Holland
werd afgeschaft en dat de functies van stadhou
der en kapitein-generaal in andere gewesten
gescheiden dienden te worden. Met die scheiding
van de ambten hoopten de Hollandse regenten
een herhaling van de gebeurtenissen uit 1650 te
voorkomen. Als de andere gewesten met het Eeu
wig Edict instemden, de zogenaamde Harmonie,
mocht Willem III lid worden van de Raad van
State om ervaring op te doen in militaire zaken.
De Zeeuwen waren mordicus tegen het Eeu
wig Edict. Ze hadden immers op 7 augustus 1660
het besluit genomen Willem III op zijn 18e de
ambten van zijn vader aan te bieden. Ze zagen de
scheiding van de ambten van kapitein-generaal
en stadhouder daarom 'als een nieuwigheyd,
ende contrarie de vryheyt die aen de respective
provintien in soo hoogen poinct behoorde te
worden gelaten'.16 Holland slaagde er niet in Zee
land tot zijn standpunt over te halen. Willem III
tot stadhouder benoemen durfden de Zeeuwse
Staten niet aan vanwege de belemmeringen die
Holland had aangebracht op de verbinding ervan
met het kapitein-generaalschap van de Unie17,
maar met het aanbieden van het ambt van Eerste
Edele konden de Zeeuwen toch hun tanden laten
zien.
De installatie van Willem III tot Eerste Edele van
Zeeland
Om de resolutie van 7 augustus 1660 van de Sta
ten van Zeeland uit te voeren begon Amalia van
Solms waarschijnlijk in februari 1668 met de
voorbereiding van de reis van haar kleinzoon
naar Zeeland. Ze stuurde Constantijn Huygens,
voormalig secretaris van Frederik Hendrik en
Willem II, naar Zeeland om de installatie van
Willem III te regelen. Met Justus de Huybert,
sinds 1664 secretaris van de Staten van Zeeland,
en zijn neef Pieter de Huybert, de opvolger van de
in 1663 overleden raadpensionaris Adriaan Veth,
werd het draaiboek vastgesteld18. Begin september
leidde Willem III Johan van Gent, zijn gouver
neur, om de tuin door te zeggen dat hij naar
Breda ging om te jagen. Dat was helemaal niet de
bedoeling, want de prins reisde naar Bergen op
Zoom, waar hij aan boord ging van een schip dat
hem op dinsdag 18 september naar fort Ramme-
kens bracht.
tfillem III Eerste Edele
,3