,V
werkzame leven van Van Lent begon in 1950 toen
hij benoemd werd als bestuurssecretaris bij het
Ministerie van Wederopbouw, dat een bolwerk
was van liberalen en katholieken. Als overtuigd
socialist was dat niet gemakkelijk werken. Hij
vervulde veel taken op sociaal niveau, spande
zich in voor sportclubs, toneel- en muziekvereni
gingen. In 1956 werd Aimé lid van het Lokerse
socialistische partijbestuur, de eerst belangrijke
stap op politiek vlak. Lang voor die tijd was zijn
dienstbetoon al sterk uitgebreid, als arbeiders
zoon met een universitair diploma sprak hij veel
Lokeraars aan, die hem graag om hulp vroegen.
Aimé van Lent klom op tot Europarlementariër in
1968 en werd vicegouverneur van Brabant. Wat
voor functie hij ook vervulde, hij hield meer van
overleg dan van het voeren van oppositie, en het
dienen van het algemeen belang stond altijd
voorop.
mm m
Beeld op de Promenade in Breskens, in opdracht van de
gemeente Sluis gemaakt door de Belgische kunstenaar Dirk van
Hecke in het kader van 500 jaar Breskens (2010). Het materiaal
is Franse witsteen. Maten van de sokkel 18x75x92 cm, van het
beeld 169x50x35 cm.
Uit Zeeuws-Vlaanderen ontving het Genootschap
een prachtig werk: Beelden in Beeld, West-
Zeeuws-Vlaanderen (2017). Het is samengesteld
door A Bauwens, E. Slegers Helsen en E. Hinne-
man, een uitgave van Stichting Pro-Artes, num
mer 45 in de serie Bijdragen tot de geschiedenis
van West-Zeeuws-Vlaanderen. Beelden in Beeld
bundelt de kunstwerken in de dorpskernen of
langs de kust van West-Zeeuws-Vlaanderen. Het
boek toont een selectie van objecten uit alle ker
nen. Er wordt technische informatie verstrekt,
een biografisch portret van de kunstenaar, de
plaats waar het kunstwerk zich bevindt en het
materiaal waaruit het vervaardigd is en meer
aanvullende informatie.
Van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde,
Letteren en Kunst van Mechelen, ontving het
Zeeuws Genootschap het jaarboek Handelingen
2016. P. de Niel belicht acht eeuwen 'steen' bak
ken langs de rechteroever van de Rupel. Steen
bakkerijen hebben doorgaans een grote impact op
de omgeving en het landschap, maar laten relatief
weinig monumentale overblijfselen na. We vin
den slechts wat vage sporen in enkele toponie
men, zoals de 'Tichelrij' in Mechelen. Ook zijn er
nog 'uitgebrikte' gronden, meestal herkenbaar als
lager liggende weilanden, en sommige materiële
resten van achtergelaten ovens. In België, Neder
land en Duitsland wordt algemeen aangenomen
dat de cisterciënzermonniken, die zich rond 1245
in de Rupelstreek vestigden, aan de basis stonden
van de baksteennijverheid daar. Ongeveer in 1870
kwam Zeeland in beeld bij de Belgische steenbak
kerijen, wat een enorme economische impuls ver
oorzaakte. Een groepje Nederlandse ondernemers
begon de oesterkweek op een industriële manier
te organiseren, en dat had een explosieve ontwik
keling tot gevolg voor de steenbakkerijen in de
Rupelstreek. De Zeeuwse oesterkwekers hadden
steeds meer dakpannen nodig, die ze in de nazo
mer vertikaal in de zandbanken staken om het
oesterzaad op te vangen. Meer dan vijftien jaar
veroorzaakte de ongebreidelde groei van de oes-
terkweek in Zeeland veel werkgelegenheid.
Omstreeks 1885 brak de tijd aan dat de oester
kwekers verzadigd waren van pannen en de voor-
28
Aanwinste