Collaboratie Zeeland 27.1 Boekbesprekingen Job Steenhof de Jong, Collaboratie op Schouwen- Duiveland in de Tweede Wereldoorlog. Uitgeverij Het Paard van Troje, Goes 2017, 208 pp, ill. ISBN 9789071937569. Prijs 19,95 6p Srhoumni-Duiveland in de Tweede Wereldoorlog De collaboratie op Schouwen-Duiveland is een lastig onderwerp, dat de schrijver dwingt om zich zeer nauwgezet en compleet te documenteren, om geen pijnlijke fouten te maken. De auteur legt daar in zijn nawoord verantwoording over af, waarin hij ook zijn twijfel om over dit onderwerp een boek samen te stellen verwoordt. Het is zon der meer een krachttoer om dit onderwerp op een voor iedereen aanvaardbare manier in een boek te beschrijven. In zijn conclusie (blz. 191) vindt de schrijver dat ook de zwarte bladzijden uit de Schouwen-Duivelandse geschiedenis bekend moeten blijven. Daar zal ieder het wel mee eens zijn. Een boek hierover kan ofwel wetenschappe lijk, ofwel populair zijn. De hier gevolgde werk wijze leren we in het hoofdstuk 'Verantwoording en bronnen' kennen. De schrijver heeft een eigen database van 'foute' eilandbewoners aangelegd. Voor het verzamelen van deze informatie kon over diverse bronnen worden beschikt en er kwam een lijst van ca. 700 personen tot stand. Over welke bronnen dat precies waren laat de schrijver ons in het ongewisse; lezend in het boek kom je daar enigszins achter. Er is gekozen voor een werkwijze, waarbij binnen elk hoofdstuk de gebeurtenissen in chro nologie worden beschreven. Dus vrijwel steeds begint in elk hoofdstuk het verhaal vóór de oor log, om dan met het einde van de oorlog of daarna te eindigen. Dat levert voor de lezer nogal wat herhalingen op. Als we als voorbeeld nemen hoofdstuk 5, Burgemeesters, dan begint dat in 1940, en het bespreekt dan ook weer chronolo gisch de gebeurtenissen tot ver na de bevrijding. In dit hoofdstuk komt ook het drama van de Tien van Renesse aan de orde. Het staat in dit hoofd stuk omdat burgemeester J.P.C. Boot van Haamstede en Burgh hier zeer zijdelings bij betrokken was. Duidelijker zou zijn geweest om het eerste kopje van hoofdstuk 9 aan te duiden met 9.1, het tweede met 9.2 enzovoorts. Toegegeven, de tekst oogt dan meer als een rappor t, maar het had wel meer samenhang tussen de paragrafen opgele verd. De paragrafen ontbreken overigens in de inhoudsopgave. Zo kom je eigenlijk toevallig terecht bij een belangrijke paragraaf als De Tien van Renesse (blz. 88). Gelukkig is de inhoud van de paragrafen over het algemeen boeiend en weet de auteur het ver haal goed te verwoorden. Minder geslaagd is de werkwijze van de schrijver om zich eerst vragen te stellen en die dan vervolgens te gaan beant woorden. Een enkele vraag werkt verfrissend voor de lezer, maar het zijn er toch wel erg veel geworden. De auteur springt van populair naar ouwelijk taalgebruik: blz. 177: 'pluk-ze-regeling' avant la lettre en op blz. 181 nog een keer: 'pluk- ze-regeling'. Op 183: 'verdiende daarmee obsceen Boekbesprekingen 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 33