Jan iwwnor jpanlne (ïelt(cpr wat ik er - niet meer in Zeeland wonend - eigen lijk van vind. Het is een handzaam boekje (11 x 16 cm) en het boekje heeft veel weg van de vroegere AO- boekjes, die vanaf 1936 strekten ter Algemene Ontwikkeling en later uitleg gaven aan Actuele Onderwerpen. Elke zomer komen weer velen naar Zeeland op vakantie en dit boekje stop je makkelijk in je jas om het bij voorkeur buiten te lezen. Gerard vroeg zich af voor wie dit boekje bedoeld is 'in deze tijd van google'. Op internet kan je veel feiten en gebeurtenissen vinden, maar in 'De kleine Geschie denis van Zeeland' vind je de samenhang. In tien hoofdstukken is 'alles' behandeld en dat vind ik een prestatie. Of het nu de prehistorie is, de eerste steden of de landbouwcrisis, je treft er een heldere, eenvoudige paragraaf over, met hier en daar een vleugje humor. Dat is een compliment waard. Met drie pictogrammen 'Belangrijk', 'Technische Info' en 'Citaat' wordt geregeld de aandacht gericht op bepaalde teksten. Het boekje is er voor de geïnte resseerde bezoeker van Zeeland. Charmant vind ik dat het boekje begint met de belangrijkste boeken die over Zeeland zijn geschre ven en dan komen we terecht bij de standaardwer ken van M.H. Wilderom (1961-1973), C. Dekker (1971), K. Slager (1993), P.J. Bouman (1946), P. Priester (1998) en de Geschiedenis van Zeeland (2012-2014), plus nog enkele andere boeken. Wat helaas wel ontbreekt, is een kaart met namen van polders, plaatsen en wateren die in de tekst worden genoemd. Ikzelf zie dat wel voor me, maar voor menige lezer van buiten zal dat niet gelden. Denk aan de Hedwigepolder, Retranchement of de Gouwe. Inhoudelijk kom ik weinig echte fouten tegen. Dat de besproken driehoekshandel uitging van de overheersende zuidwestenwinden en noordoost passaat had wel vermeld mogen worden. Van een schor wordt geschreven dat er bij vloed kleideeltjes achterblijven. Bij vloed lopen alleen de kreken vol. Afzetting van klei op het schor vindt plaats met de maandelijkse springvloeden en incidenteel bij stormvloed. De Arne bij Middelburg wordt een riviertje genoemd, maar is een kreek. Het begrip 'inversie' vind ik voor een dummy nou weer te diep gaan. Dat de zeespiegelstijging van de negende tot de twaalfde eeuw leidde tot de grote stormvloeden van 838, 1014, 1042 en 1134 klopt niet. De zeespiegel steeg de eeuwen ervoor en erna ook! Nogal modieus is het laatste hoofdstuk over 'Tien Zeeuwse iconen' met onvergelijkbare groot heden als Rijksweg 58, het Zeeuws, Neeltje Jans en de Kustmarathon. Dat beantwoordt kennelijk aan de wens om 'lijstjes' te maken. Tenslotte nog iets over 'Identiteit'. Het boekje wijst in hoofdstuk 9 op de wisselwerking tussen land en water als kern hiervan. De eigen mentali teit van de Zeeuwen wordt niet genoemd en daar word ik juist vaak naar gevraagd. Men noemt dan de Zeeuw gesloten, stug en zeer godsdienstig, en ik ontken dat natuurlijk. Maar na 30 jaar kreeg ook ik tijdens een vergadering te horen: 'Je komt niet van hier, hè'. Ik antwoordde: 'Nee, net als prins Claus kom ik niet van hier'. Een bakker uit Zierikzee 38 B o e k b esprek i n g en

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 40