S
Zeeland 27.2
Een portret van Aernout van Citters
-
4F
Katie Heyning
Él
rj
Aernout van Citters (1633-1696) studeerde in Lei
den en maakte al jong carrière als jurist. Hij
trouwde op 17 sept. 1659 met Christina de Brauw
en ten tweeden male op 24 oktober 1663 met
Josina Parduyn bij wie hij zestien kinderen ver
wekte. In 1667 werd Van Citters raadsheer in het
Hof van Vlaanderen, in 1674 raadsheer in het Hof
van Holland en Zeeland en in 1680 lid van de
Hoge Raad. De laatste functie oefende hij echter
maar korte tijd uit, omdat de Staten-Generaal hem
tot ambassadeur in Londen benoemden. Vooral in
1688 toen stadhouder Willem III plannen maakte
voor de overtocht naar Engeland om zijn schoon
vader van de troon te stoten, vroeg dit om de
nodige diplomatieke behendigheid. Ambassadeur
Van Citters, die de taak had om uit te vorsen welke
verbintenissen er tussen de Engelse koning Jaco
bus II en de Franse koning Lodewijk XIV beston
den, zag zijn positie voortdurend lastiger worden
door de in de ogen van de Engelsen onverklaar
bare toename van de bewapening van de Neder
landse vloot. Toen op 12 november 1688 de ware
bedoeling hiervan aan het licht kwam, 'geraakte
de Koning Jacobus ten hoogste op hem verstoord'
en begon gepeupel zich rond zijn ambtswoning te
verzamelen. De ambassadeur liet zich echter niet
kennen en liet zijn huis 's-nachts door meer dan
vijftig potige kerels bewaken.
Het liep gelukkig allemaal goed af en na de kro
ning van Willem III tot koning van Engeland zal
Van Citters opgelucht adem hebben gehaald. De
hele affaire was hem echter niet in de koude kleren
gaan zitten en Van Citters besloot in 1691 ontslag te
vragen. Terwijl hij op een antwoord op dit verzoek
wachtte, liet hij zijn portret schilderen door God
fried Kneller (1646-1723), een van oorsprong Duitse
schilder die in 1680 door Charles II tot hofschilder
was benoemd en ook aan het hof van stadhouder/
koning Willem III populair bleef. Tientallen leden
van de Engelse adel werden in deze jaren door
Kneller, die leerde schilderen in de ateliers van
Rembrandt en Ferdinand Bol, geportretteerd. Een
voor de hand liggende keuze dus voor een vooraan
staande Nederlander in Londen.
Nadat Van Citters in 1694 ontslag in London
Portret van Aernout van Citters (1633-1696) door Godfried
Kneller, 1692. Olieverf op paneel, h. 148 cm, br. 122 cm.
Geschenk jhr. mr. W.E. van Citters, 1948. Collectie Zeeuws
Genootschap, Zeeuws Museum, foto Ivo Wennekes. G 1543.
was verleend, werd hij tot buitengewoon ambassa
deur in Spanje benoemd. In mei 1696 vertrok hij
naar Madrid, maar nog voor hij zich officieel aan
het hof had kunnen presenteren, overleed hij op 12
oktober van dat jaar. Het droeve bericht dat vier
van zijn kinderen - twee zonen Jan (12) en Adri-
aan (17) en twee dochters Emerentia (25) en Anna
(30) - op 10 juli tijdens hun reis van Londen naar
Zeeland ter hoogte van Brouwershaven verdron
ken waren, zal hem nog bereikt hebben. Zelf zal
hij vanuit Madrid weinig hebben kunnen doen,
maar in Nederland deed de familie verwoede
pogingen hun stoffelijke overschotten te bergen.
Via een advertentie in de Amsterdamsche Courant
van 20 juli 1696 werd een ieder opgeroepen naar
hen uit te zien. Voor ieder lichaam dat gevonden
werd, werd een beloning van 100 zilveren duka-
tons uitgeloofd. De bijgeleverde beschrijvingen
waren zeer uitvoerig. Zo was zoon Adriaan
'magerachtig, redelijk lang naer zijn ouderdom,
't Is vol van schatten hier
67