12 Van zijn hand verschenen: Zeeland'sStedekroon. Bij schriften op de groote en smalle steden van Zeeland (1731), Geletterd Zeeland (1734, met een tweede, ver meerderde uitgave in 1741) en Staatkundig en Heldhaftig Zeeland (1736). Naast zijn historisch-biografische wer ken maakt hij ook naam als (piëtistisch) dichter, evenals bezorger en vertaler van het werk van anderen. 13 Bergvelt vat dit samen als 'de hele wereld binnen hand bereik', ofwel een brede en veelsoortige verzameling die een overzicht creëert op wat de wereld bevat. Bergvelt 2002, p. 20 14 Een groot aantal schilderijen of objecten duidt niet altijd op een collectie. Echter bij de duiding van functionele benamingen als kunstkamer, rariteitenkamer of kabinet, wanneer tenminste sprake is van werkelijke ruimten in een huis, is het wel een aanwijzing voor daadwerkelijke collectievorming. Zeker in het geval van particulieren zonder economische activiteit tot het gepresenteerde. Van der Veen 2005, pp. 101, 122. 15 De collectie Van Dishoeck bevatte (naar huidige schat ting) ongeveer 150 schilderijen, met in hoofdzaak bijbelse en mythologische thema's, gevolgd door genre stukken en landschappen, en in mindere mate maritieme stukken. 16 Philip van Dijk (Oud Beijerland 1683-1753 's-Graven- hage) vervaardigt in de jaren 1730-1750 minstens vijf, mogelijk acht, portretten voor de familie. In diverse vei lingcatalogi zijn transacties te ontdekken die duiden op zijn activiteiten als kunstmakelaar voor Van Dishoeck. 17 Dit in tegenstelling tot de enige zoon die, blijkens de in 1767 door Meusch opgestelde Catalogvs Mvsei Dishoeki- ani, zich had geconcentreerd op een meer wetenschap pelijke collectie van zowel naturalia (meest schelpen) als munten en penningen. Voor wat betreft diens imposante schelpenverzameling is het duidelijk dat de basis hier voor is gelegd door diens grootvader. 18 Anthony van Dishoeck (1643-1728), chirurgijn der OIC en later praktiserend te Vlissingen, bezat naar verluid een schelpenkabinet waarin veel Zuidlandse en West- Indische exemplaren waren te vinden. Hoe groot en belangrijk deze verzameling was is niet bekend. Valentyn noemt het in 1726, maar heeft het dan niet met eigen ogen gezien; Valentyn, deel III, 563. 19 Engel, die hem expliciet als schelpenverzamelaar noteert, stelt dat Anthony van Dishoeck waarschijnlijk zelf schelpen verzamelde in Indië; Smit 1986, no. 381. Dit is zeer aannemelijk gezien het feit dat hij als jonge man langere tijd in de Oost doorbracht. Zuidervaart verklaart de aanwezigheid van de Zuidlandse en West-Indische exemplaren in diens collectie met de stelling dat hij lange tijd als koopman in West-Indië en Zuid-Amerika was geweest; Zuidervaart 2002, 158. Hiervoor bestaat vooralsnog geen bewijs en dit lijkt een onjuiste interpre tatie. De verklaring dient eerder gezocht te worden in zijn woonplaats Vlissingen, dat een sterke binding had met West-Indië; evenals het feit dat hij actief aankocht. De exemplaren die in 1767 worden genoemd in de col lectie van zijn kleinzoon waren voor een deel afkomstig uit de collectie van Rumphius. Deze destijds al beroemde collectie werd in 1714 te Amsterdam geveild en dus is er zeer waarschijnlijk toen aangekocht door Anthony van Dishoeck. 20 'Binnen de hoofse kringen was intellectueel amuse ment vooral een kwestie van het voeren van gesprekken over kunstwerken en rariteiten met behulp van zowel boeken, prenten, schetsen als munten en medailles.' Schutte 1999, p. 290. 21 Blanning stelt dit heel duidelijk wanneer hij spreekt over de wijze waarop Lodewijk XIV van Frankrijk zich mani festeert: 'It should never be supposed that the repre sentational culture was an expression of unbounded confidence. On the contrary, the greater the doubts about the stability or legitimacy of a throne, the greater the need for display. There was always a strong under tow of anxiety beneath the smooth surface of courtly confidence.' Blanning 2004, p. 32. 22 UBA, XIV G-3, 8e deel, no. 38. 23 Uit de catalogus van de tentoonstelling Zeeuwse Oud- en Merkwaardigheden, waar het portretbeeld werd ten toongesteld, blijkt dat men het portret van Ewout van Dishoeck erbij gehangen heeft - zeer wel mogelijk tot bewijs van de gelijkenis. 24 Deze portretbeelden werden in Canton, Batavia en Madras (en later ook enige tijd in London) vervaardigd door Chinese kunstenaars/ambachtslieden. In principe kiest men een kant-en-klaar lijf in het atelier, waarbij diverse poses (zittend, staand, leunend, etc.) mogelijk zijn. Slechts het hoofd wordt naar beeltenis van de opdrachtgever vervaardigd. Van porselein is geen sprake. Röntgenonderzoek heeft uitgewezen dat het gaat om een staketsel van bamboe waarop klei is aangebracht. Deze wordt geboetseerd en na het drogen geschilderd en van attributen voorzien. Omdat het gedroogd is en niet gebakken, zijn de portretbeelden zeer kwetsbaar. Hierdoor moeten er velen verloren zijn gegaan. Met bij zondere dank aan kunsthistorica Yichieh Shih (Université de Genève) die haar promotieonderzoek voert naar deze portretbeelden. In haar registratie zijn er thans veertig gedocumenteerd waarvan er vier verloren zijn. 25 Peter Paul Rubens (Siegen 1577-1640 Antwerpen) 26 Johann Wilhelm II von der Pfalz (Düsseldorf 1658-1716 Düsseldorf), bekend als mecenas van de kunsten met 'orstelijk paleis Middelburg 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2018 | | pagina 9