De Dam te Amsterdam, 1566, door J.H. Isings. J.B. Wolters,
Groningen 1950.
2015) bij het weerbericht op een winderige, don
kere en regenachtige dag niet alleen een foto
toont van een zwaarbewolkte lucht en molen,
maar daarnaast een representatie laat zien van
Van Ruisdaels 'De molen bij Wijk bij Duurstede'.
Zo versmelten heden en verleden. Veelzeggender
zijn de tekstuele, zintuiglijke beelden die Thomas
Erdbrink gebruikt om zijn terugkomst in Neder
land te beschrijven. Hij schrijft: "Als ik 's och
tends wakker word, piepen de meerkoetjes al van
onder het raam van de woonboot waar ik verblijf.
In de verte hangt een fietser in de pedalen om
over de brug te geraken. Een torenklok geeft het
halve uur aan. Witte stapelwolken in alle vorm
glijden door de blauwe zomerlucht. Dit is Neder
land en ik ben hier al zes weken." Het meest veel
zeggend zijn de openingsbeelden van Arjen Lub-
achs vermaarde 'America first'-satire (uit Zondag
met Lubach, VPRO - 2017). Los van het satirisch
karakter opent het filmpje met molens, groene
graslanden en veel water. Alles gezien vanuit
vogelperspectief. Marsmans 'Herinnering aan
Holland' en Adriaan van Dis' landarbeidershuis
jes en verzakte polderwegen resoneren in deze
openingsbeelden.11
Ook Thomas Rosenbooms roman Gewassen
vlees (1994) laat dankzij het beeldend vermogen
van taal groots en meeslepend het opgeroepen
regionaal en stedelijk verleden van de 18e eeuw
zien. Dat gebeurt niet met een enkel beeld, maar
vindt plaats door een overstelpende hoeveelheid
veelal zintuiglijke beelden die getypeerd kunnen
worden als cultuurbeelden. Het volgende frag
ment levert daarvoor bewijs (Gv: 20):12
"Inmiddels was Workum niet heel ver meer.
Zoetige turfrook dreef in vleugen aan, en reeds
tekenden de huizen van de ommuurde stad zich
afzonderlijk af. De schipper blies op de hoorn
voor de laatste brug, waarvan het wit gestel
machtig oprees tegen de loodzware lucht. Een
lemen huisje stond daar iets terzij, en nu kwam de
pachter van de bediening aanlopen, die met een
haak aan het tegenwicht in de hoogte trok. De
brug klapte open, en na een stuiver en een groet
werd de beurt op Workum vervolgd. Het was wel
een lieflijk gezicht zoals de schuit daar door de
velden gleed en het paard haar trok,
In een lange reeks van zintuiglijke beelden
brengt de verteller -die ik duid als cinematogra
fisch- de omgeving, de trekschuit en zijn door
vaart herkenbaar in beeld. Zo evoceert de tekst
een typisch Nederlands pittoresk beeld van het
18e-eeuwse landschap. Een neutrale vertellers-
stem becommentarieert de scène: Het was wel een
lieflijk gezicht13 Maar aan een degelijke hoe
veelheid beelden kleeft een andere kant.
Deze overdadigheid aan beelden beperkt zich
niet alleen tot een overtuigende representatie van
een herkenbaar verleden, dat net echt is, of
anders gezegd: dat een illusie van authenticiteit
creëert. Zij brengt ook in beeld wat niet gerang
schikt kan worden onder een herkenbaar, idiopa-
thisch geïdentificeerd en met nostalgie omringd
verleden. Hiermee doel ik op een beeld of sequen
ties van beelden die in de handelingsreeks (het
gebeuren van het verhaal) weinig opvallen en
aldus in het narratief ondergeschikt zijn. Zij
appelleren niet aan wat ik eerder in navolging
van Kaja Silverman screen noemde.14 Het wezen
lijke gevolg is juist dat bepaalde beelden vanwege
onze idiopathische verhouding tot het verleden
gewoonweg niet gezien of opgemerkt worden. De
beelden waar ik nu aan refereer bevinden zich -
om het metaforisch te formuleren- in de kieren
van het narratief. Zij tonen een ander verleden
dat niet aansluit bij het gangbare van regionale
en stedelijke trots en nostalgie. Zij laten in hun
seriële ordening de andere kant van deze medaille
zien; om het citaat uit Gewassen vlees te gebrui
ken: dat beperkt zich niet tot een lieflijk gezicht.
In de kieren van het narratief van Gewassen
vlees zit het politiek-ideologische ongemak en
gruwelijke. Dat wordt even excessief, even detail
listisch, even wellustig in beeld gebracht als de
gecanoniseerde en iconografische cultuurbeelden.
92
In de kieren van liet narratie'