Zeeland 27.3
In de kieren van het narratief. Over onze omgang met het verleden
Frank van Doeselaar
Dit artikel stelt onze omgang met het verleden ter
discussie aan de hand van het verschil tussen idio-
pathische identificatie en heteropathische identifi
catie. Het eerste deel verkent identificatie via ver
schillende voorbeelden. Het tweede deel
concentreert zich specifiek op de roman Gewassen
vlees (1994) van Thomas Rosenboom. Ik zal aanto
nen dat een louter idiopathische identificatie te
weinig recht doet aan deze tekst. Daarbij introdu
ceer ik een andere leeshouding dan een klassieke,
namelijk een cinematografische. Deze wijze van
lezen richt zich in eerste instantie niet op de han
delingsreeks -dat wat gebeurt-, maar op de beeld
reeks ofwel het beeldend vermogen van een tekst.
In deze beeldreeks maakt cinematografisch lezen
vervolgens onderscheid tussen zintuiglijke beelden
(dat wat concreet gezien wordt), bewustzijnsbeel-
den (beelden die in gedachten worden opgeroepen)
en tropologische beelden (zoals metaforen, verge
lijkingen en metonymia). Dat de narratieve aspec
ten perspectief (wie voert binnen de tekst het
woord?) en focalisatie (wie kijkt, voelt en beleeft?)
evenals de inzet van filmische technieken en
aspecten zoals close-up en montage uiteindelijk
bepalende factoren zijn binnen deze leeshouding,
komt in dit artikel minder aan bod. Een uitgebreide
uiteenzetting van cinematografisch lezen laat ik
achterwege. Daarvoor verwijs ik naar mijn proef
schrift Bewegend lezen. Voorstel tot een cinema
tografische leeshouding (Middelburg/Leiden,
2017). Misschien dat het u verbaast dit artikel in
dit Zeeuws georiënteerde tijdschrift aan te treffen.
Het is niet alleen omdat ik van geboorte Zeeuw
ben dat ik mijn artikel heb aangeboden. Momen
teel werk ik -als vervolg en uitbreiding van Bewe
gend lezen - aan de cinematografische representa
tie van het Zeeuwse landschap in de Nederlandse
literatuur. Dit artikel is de opmaat daartoe. Ik open
deze verkenning dan ook met een gedicht dat vrij
wel iedereen kent.
Misschien is 'Herinnering aan Holland' wel Hen
drik Marsmans meest bekende gedicht. Voor het
eerst verschenen in 1936, roept de 'ik' met
bewustzijnsbeelden ("Denkend aan Holland") een
Hollands landschap op. Deze beelden visualiseren
in drie opsommende reeksen de herinnering uit
de titel. Allereerst volgt een opsomming van
rivieren, laagland zo ver het oog reikt ("onein
dig") en populieren. Een tweede opsomming volgt
met boerderijen, boomgroepen, dorpen, knotwil
gen, kerken en olmen. De laatste opsomming pre
senteert zon, grijze dampen, water en "gewesten".
Het zijn voor de hedendaagse lezer geen nieuwe
beelden. Ze zijn bekend. Onder andere door het
gedicht is deze reeks beelden van Holland een
stereotype geworden. Marsman verankert derge
lijke beelden niet alleen in dit gedicht. In zijn
poëzie roepen gedichten als 'Holland', 'Land
schap' en 'Polderland' dit typische Hollandse
landschap eveneens op.1
jL v
Molen Garrelsweer, https://commons.wikimedia.org.
File:Kloostermolen_Garrelsweer, benaderd 15-8-2018.
Het landschap dat Marsmans 'Herinnering
aan Holland' representeert, is reeds picturaal door
de tijd heen overgeleverd. Vanuit de schilder
kunst is het, vanaf de 16e eeuw en daarna, de
21ste-eeuwse lezer en kijker ingeprent. Bewolkte
vergezichten, molens, boerderijen, landweggetjes,
groene landerijen, boerenvolk, koetsen, helder
blauwe luchten, sloten, water, kerken, schuren en
stadssilhouetten zijn beelden die de Nederlandse
schilderkunst in overvloed kent. Dit bewijzen
verschillende tentoonstellingen en daarvan
getuigen de verschenen catalogi. Als voorbeelden
noem ik Vijf Eeuwen Landschap (1993), Groots en
In de kieren van het narratief 89