Zeeland 27.4
Zeeland van de zestiende tot in de negentiende eeuw.
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen:
Middelburg, 1987, 87 - 102, m.n. 94 - 96.
9 E.D. Baumann, Frangois dele Boe Sylvius. Brill: Leiden,
1949; R.G. Frank, Harvey and the Oxford physiologists.
A study of scientific ideas. University of California Press:
Berkeley, 1980; A.H. Israels en C.E. Daniels, De verdien
sten der Hollandsche geleerden ten opzichte van Har
vey's leer van den bloedsomloop. J.W. Leeflang: Utrecht,
1883.
10 Zie over hem: Frank, Harvey. Ch. 7, 9 en 10; H. Isler, Tho
mas Willis. Wegbereiter der modernen Medizin 1621 -
1675. Wissenschaftliche Verlagsgesellschaft: Stuttgart,
1965.
11 T. Willis, Diatribae duae medico - philosophicae. Quarum
prior agit de fermentatione, altera de febribus, Gerbran-
dus Schaghen: Amsterdam, 1663.
12 T. Willis, Nieuwe en geneeskundige verhandeling vande
fermentatie ofte rysing. W. Goeree Joh. Janssonius van
Waesbergen: Middelburg Amsterdam, 1676. I.t.t. Wil
lis Diatribae duae niet gecombineerd met De febribus,
maar met De scorbuto uit T. Willis, Pathologiae cerebri
et nervosi generis specimen. In quo agitur de morbis
convulsivis et de scorbuto. Daniel Elzevirius: Amsterdam,
1668. De Heide wordt niet als vertaler en auteur van het
uitgebreide commentaar genoemd. Ik identificeer hem
echter met zekerheid. Hij schrijft in 'Oversetter tot den
leser': 'Wy hebben voor meer werken van Willis in onse
Taal te brengen en deselfde met eenige aanteekenin-
gen, tot nut en vermaak des Lesers te voorsien. Jegen-
woordig ligt onder de Pers een Verhandeling, die Willis
noemt Reden - konstighe Verklaring van de werkingh der
Genees - middelen in 's Menschen Lichaam Dit is T.
Willis, d'Algemeene en bijsondere wercking der genees
middelen in 's menschen lichaam. Uyt het latijn ver-
taaalt, en met noodighe aanteyckeningen verrijckt door
A. d'Heide. W. Goeree Joh. Janssonius van Waesbergen:
Middelburg Amsterdam, 1677. Hier schrijft De Heide in
de 'Oversetter': 'Willis behoef ik niet te prysen Seker
ieder die sijn Handeling van de Rysing en't Scheur-buik,
onlangs in't Neerduits gedrukt, met opmerking gelesen
heeft,[...]'.
13 Harvejus, Van de beweging van't hert, 53. Vgl. Harvey,
Anatomical studies, 48.
14 G.A. Lindeboom, Dutch medical biography. A biograph
ical dictionary of Dutch physicians and surgeons 1475
- 1975. (Rodopi: Amsterdam, 1984); De Man, Antonius
de Heide. De Heide vermeldt Cornelis de Heide en Corne-
lis Hendriks in zijn thesis Disputatio chirurgico-medica
inauguralis, de cancro. Wed. en erven J. Elsevirius: Lug-
dunum Batavorum 1668.
15 Willis, Nieuwe geneeskundige verhandeling, 36; Willis,
d'Algemeene en bijsond ere wercking, 102.
16 Th. Willis, Vervolg of tweede deel, der redenkundige ver
handeling van de kragt en werking der genees-middelen,
omtrent de deelen en siekten des menschen lichaams
in 't bijsonder. Willem Goeree: Amsterdam, 1681, 4. Ook
deze anonieme vertaling moet De Heide toegeschreven
worden, daar hij in de noten weer verwijst naar eigen
onderzoek in dezelfde bewoordingen. Ook de uitgever
duidt op het auteurschap van de Heide in de voetnoten.
17 Antonius de Heide, Experimenta circa sanguinis mis-
sionem, fibras motrices, urticam marinam Öc. Accedunt
observationes medicae necnon anatome mytuli. Jansso
nius Waesbergius: Amsterdam, 1686.
18 Th. Willis, De anima brutorum quae hominis vitalis ac
sensitiva est. Exercitationes duae. Ioannes Antonius
Huguetan soc.: Lugdunum, 1676. 27, 13, 15 evv 18.
19 A.M. Ledeboer, Het geslacht van Waesberghe. Eene
bijdrage tot de geschiedenis der boekdrukkunst en van
den boekhandel in Nederland. Wed. P. van Waesberge en
zoon: Rotterdam, 1859, Bijvoegsel, 17.
20 Antonius de Heide, Ontledinge des mossels en ontleed-
genees- en heelkundige waarnemingen. (Vert. door
Theod. Jansson. van Almeloveen). Nog desselfs Nieu ligt
der apothekers. Joannes en Gillis Janssonius van Waas-
berge: Amsterdam, 1684.
21 [George Garden], De leere van Jfr. Antonette Bourignon,
verdedigd. Tonende haar gevoelens, Tegenwerpingen en
antwoorden. Het bewys datse door Gods geest is geleid
en heeft geschreven. En de beschryving van haar leven
en wandel. Alles uit het Engels vertaald. Nevens een
brief tegens het vals getuignis van D. B. Bekker. J. en G.
Janssonius van Waesberge: Amsterdam, 1701. In deze
anonieme verdediging is de Nederlandse tekst opgeno
men van De Heides engelstalige brief: [George Garden],
An apology for M. Antonia Bourignon: in four parts. I.
An abstract of her sentiments, and a character of her
writings. II An answer to the prejudices raised against
them. III The evidences she brings of her being led by
the Spirit of God; with her answers to the prejudices
opposed thereunto. To which is added, a dissertation
of Dr. De Heyde, on the same subject. IV An abstract
of her life. D. Brown: London, 1699, p. 244 - 260.
Ook de uitgever, de zoons van Waesberge duidt al op
het vertalerschap van De Heide. Zie over A. Bourignon:
M. de Baar,'Ik moet spreken'. Het spiritueel leiderschap
van Antoinette Bourignon. Walburgpers: Zutphen 2004;
idem, Voorbij de wereld van kerken en kloosters, relieken
en rozenkransen. De geestelijke zoektocht van Antoi
nette Bourignon (1616 - 1680). In: A.L. Molendijk (red.),
Materieel christendom. Religie en materiële cultuur in
Zeeuws bloed kruipt
145