f
J.B. van Aerde, Schoorsteenstuk.
Foto RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
Archief (het stadsarchief) heb ik echter geen ver
melding van zijn doop kunnen vinden. Wel trof
ik er meerdere personen met dezelfde achternaam
aan in de doopregisters. Het is natuurlijk ook
goed mogelijk dat hij helemaal niet in Antwer
pen is geboren, maar daar alleen zijn geluk heeft
gezocht als kunstenaar. Kennelijk is hij daar niet
succesvol geworden en is hij uiteindelijk naar
Amsterdam getrokken.
Antwerpen was vanaf het begin van de 18e
eeuw overigens in kunstopzicht geen belangrijke
stad meer. De roem was voorbij en er waren dan
ook weinig kunstenaars meer actief.15 Meerdere
kunstenaars, zoals Harmanus Serin (1677-1756)
en Ignatius de Roore (1686-1747), zijn Van Aerde
dan ook voorgegaan door uit Antwerpen te ver
trekken in hun zoektocht naar opdrachten in het
noorden.16
Nu meer bekend is van het leven van Jan
Baptist van Aerde kan ook zijn werk een plaats
krijgen. Het tot nu toe vroegst bekende schilderij
is de Aanbidding der herders dat hij in 1761 heeft
geschilderd voor de St. Martinuskerk in Weert.
Het is een groot altaarstuk, dat maar liefst 400
x 249 cm. meet. Het schilderij is mij uitslui
tend bekend van een foto in een publicatie, die
John van Cauteren in 1991 heeft gewijd aan de
kunstwerken in deze kerk.17 Centraal staat de krib
met het kind Jezus met ter linkerzijde Josef en
Maria en rechts enkele knielende herders. Boven
zweven engelen in de lucht waarvan enkelen een
kruis dragen. De hele uitstraling van dit werk is
uiterst barok. Het schilderij is twee keer gerestau
reerd, in 1867 en 1927. Bij de tweede restauratie
kwamen de signatuur en datering aan het licht.
Hoe Van Aerde de opdracht tot dit grote stuk
heeft gekregen is niet bekend en ook niet waar
hij vandaan kwam. Na deze opdracht heeft hij
zich dus in 1764 in het Antwerpse Lucasgilde
ingeschreven om vervolgens al weer in 1766 in
Goes aan de slag te gaan. Daar heeft hij voor een
vertrek in een huis aan de Kleine Kade 47 een
schoorsteenstuk geschilderd. Het is een idyllische
voorstelling, waarop op de voorgrond een moeder
met een vissend kindje onder een boom op de
oever van een riviertje zit terwijl iets verderop
een moeder met kind en een geitje over een brug
lopen. In de verte is een glooiend, buitenlands
landschap zichtbaar. De voorstelling gaat in grote
lijnen terug op een prent van Francesco Zucarelli;
bijzonder is te vermelden dat deze prent tot 1909
in het huis is gebleven. 18 Dit huis was vanaf 1760
eigendom van mr. Johan Isebree (1715-1778), die
het van 1760-1765 uitvoerig heeft verbouwd tot
de huidige 18e eeuwse staat. Hij was gehuwd met
Catharina Elisabeth van Roseveldt (1725-1754),
maar met haar heeft hij er door haar vroegtijdig
overlijden nooit gewoond. In het huis hingen
meerdere schoorsteenstukken en schilderwerken
in deurpartijen van o.a. L.F. Aems en P. Bob-
baert, maar van deze zei Van Dissel: 'Hoewel de
bomen en figuren niet altijd even overtuigen zijn
geschilderd, mag dit werk toch gelden als één van
de beste die zich bevinden in het Kadehuis.'
Het is aannemelijk te veronderstellen dat
Van Aerde dankzij deze opdracht in Goes later
ook de twee portretten voor de echtelieden Jan
Tieleman Spijker (?-1794) en Geertruid van der
102
Jan Baptista van Aerde