titel Nederlands-Belgisch verdrag (betreffende
het herstel van de vrije doorvaart op de
Westerschelde). Na Boutens wordt kort ingegaan
op de poëzie van Johanna Kruit, om dan weer
terug te keren naar het Land van Hulst met Emma
Crebolder, die weliswaar veel water, zand en slib,
stenen en schelpen, eb en vloed in haar poëtische
beelden opneemt, maar welke laatste - behalve
in haar bundel Dansen met de vos - niet altijd een
relatie hebben met de Westerschelde.
Naast een zelfs bij onze zuiderburen vergeten
dichter als Remy de Muynck (Saint Rémy), komt
de Westerschelde ook voor in de werken van wat
bekende Vlamingen als Hubert Lampo en Paul
Koeck. In de verhalen Oponthoud in Walsoorden
en Een geur van sandelhout van eerstgenoemde
speelt de veerpont van 'Walsoorden' (Perkpolder)
een grote rol.
Vanuit Hontenisse volgen we de Westerschelde
westwaarts, waarbij we uiteraard ook regelmatig
oversteken om schrijvers als Hans Warren en
Andreas Oosthoek te ontmoeten. En passant
wordt ook een hoofdstuk besteed aan het
Suikerpaleis van Ellewoutsdijk, buitengoed
Zorgvliet, dat niet alleen in Versailles aan de
Schelde van Anna van Suchtelen uitgebreid
beschreven wordt, maar dat ook in de roman Van
wege een tere huid van Anton Koolhaas figureert.
Uiteindelijk eindigt de reis, na Terneuzen te
hebben aangedaan - dichter André van der
Veeken -, op Walcheren, waar dichters als Hans
Verhagen, Frans van Dixhoorn en J.C. van
Schagen woonden, wonen of stierven, waarmee
de literaire biografie wordt afgerond.
Al met al
De Schelde, een literaire biografie neemt de lezer
mee op een inhoudelijk zeer interessante en
hier en daar verrassende reis langs bekende en
minder bekende plaatsen, bekende en volstrekt
onbekende schrijvers en dichters, en geeft tussen
neus en lippen door een beeld van de Belgische
(lees: Vlaamse) geschiedenis. Nogal wat van
de besproken schrijvers hebben immers een
rol gespeeld in de Vlaamse beweging, roerden
zich in de strijd tussen het katholicisme en
het liberalisme, waren voorvechters van het
socialisme, of lieten zich verleiden door minder
frisse, nationalistische ideeën.
Hoe dan ook, de Schelde, de rivier in al zijn
facetten, heeft in de loop van de eeuwen heel wat
fascinerende verhalen, fraaie poëzie, verstilling
en spanning opgeleverd, en deze literaire
biografie geeft daarvan een boeiend beeld.
Karel Leeftink
Werkt bij Staatsbosbeheer, was stadsdichter van Middelburg,
en is redacteur van dit blad.
Jet Nijkamp, Teunn 1943-2018, Uitgeverij Tien
stuks, Amsterdam 2019, ISBN 9789088601545
Na het overlijden van kunstschilder Teun
Nijkamp op 17 augustus 2018 verscheen er in
2019 een monografie over kunstschilder Teunn
en diens werk, geschreven door zijn dochter Jet
Nijkamp, juriste en kunstschilder. Ze was ook
samen met Arthur Dijkstra de vormgeefster.
Deze monografie verscheen tijdens de 21e editie
van het, mede door hem opgerichte, Kunstspoor
Noord-Beveland waarbij in de Katse Kerk een
hommage werd gebracht aan zijn werk. Zijn zoon,
de klassieke zanger (bas) Gijs Nijkamp, gaf samen
met de pianiste Irina Parfenova een concert op
7 september in hetzelfde kerkje. Waarmee het
eerbetoon aan Teun werd afgesloten.
De monografie bevat een korte chronologi
sche beschrijving van Teunn's leven en bevat
veel afbeeldingen van zijn werk. Ook zijn er een
tweetal publicaties van Teun zelf in opgenomen:
zijn artikel in Maatstaf 'De metafoor als kunst
werk' uit 1993 en de tekst van zijn brochure 'Het
waardeoordeel in de kunst' uit 2005.
Het boek gaat in op zijn ontwikkeling als
kunstschilder; eerst op zijn periode te Amsterdam
(1961-1993) en daarna op zijn periode in Kats
in Noord-Beveland (1993-2018). Zijn periode in
Amsterdam is verassend. Hij was daar actief op
162
Boekbesprekinge